Als je zo’n mooi haas geschoten hebt, moet je daar natuurlijk wel iets lekkers van maken. Ik had niet alleen ‘mijn’ haas meegenomen naar huis, ook 2 andere hazen mocht ik meenemen. Die heb ik op zaterdag geslacht (uit hun jas gehaald) en daarna panklaar gemaakt. Het vlees moet ‘besterven’, oftewel rijpen. Dat is het proces waarbij door afbraak en vorming van diverse stoffen het vlees mals wordt. Als het vlees niet goed gerijpt is, blijft het namelijk taai. Ook moeten de vliezen, een soort dunne laag witte taaie massa, van het vlees gehaald worden, dat is namelijk ook erg taai. Dat vind ik een lastig klusje, het vlies is namelijk erg dun om weg te snijden. Maar als je een scherp mes hebt, gaat het goed. Het rijpen van het vlees neemt tussen de drie en de zeven dagen in beslag. Dat gaf mij alle tijd om de rest van de benodigde ingrediënten bij de slager en de groenteman te halen.
Van één haas heb ik Hazenpeper gemaakt, van de overige twee Rillette. De rillette heb ik een dag later afgemaakt, in de potjes gedaan en die luchtdicht afgesloten met een laag reuzel. Die staan nu in de koelkast om bij onze vrijdagmiddagborrel gegeten te worden, maar ook om als cadeautje aan (jacht-)vrienden te geven. En natuurlijk krijgt de jachthouder waar het haas geschoten is er ook eentje. Het vriendinnetje van jongste zoon bleef bij ons een paar nachten logeren, en zo heeft zij voor het eerst hazenpeper gegeten. Daar had ik nog een Aardappelpuree, wat Cranberrycompôte, rode kool met appeltjes en een bakje van bladerdeeg bij gemaakt. In dat bakje heb ik de Hazenpeper geschept, dat ziet er altijd zo feestelijk uit, en is met het vlees er ingeschept ontzettend lekker. Het was een feestmaal, en dat op een normale doordeweekse dag. . Als je geen jagers kent of ook graag een keer wild wilt eten, kijk dan op de site van de Jagersvereniging; https://www.jagersvereniging.nl/wildopdekaart/. Hier zie je welke winkel, restaurant of jager bij jou in de buurt wild aanbiedt.
Van jachtvriend Jan had ik nog een emmer met Gieser Wildeman stoofperen gekregen. Die heb ik geschild en het klokhuis verwijderd. Ook dat heeft lekker op het vuur staan pruttelen totdat ze prachtig rood gekleurd waren. Alleen wat water, suiker en kaneelstokjes toevoegen, geen wijn of iets dergelijks. Deze heerlijke Stoofpeertjes krijgen vanzelf de prachtige rode kleur, en zo vind ik deze het lekkerst. Toen ik bij de groenteman was, zag ik een prachtige grote knolselderij. Ik heb wel vaker gezegd dat ik heul hebberig word in winkels waar voedsel verkocht wordt. Daarom mag ik van mijzelf niet naar de Macro, Sligro of welke groothandel dan ook. Ik draai daar door, koop veel te veel waar ‘ik wel iets lekkers van kan maken’.
Gelukkig kan ik altijd aan vrienden vragen iets van de groothandel mee te nemen dat alleen daar te verkrijgen is! En bij de groenteman is die knolselderij natuurlijk wél mee naar huis gegaan. Ik had van de week al Tomatensoep gemaakt, maar die is altijd binnen no-time op. Dus de knolselderij is ook ‘geslacht’ en daar heb ik een Knolselderijsoep van gemaakt. Heerlijk deze romige soep met diepere smaak, en binnen een half uurtje is deze gemaakt. Ik kreeg van de dochter van een vriendin de vraag hoe je het beste zo’n knolselderij ‘slacht’. Daar heb ik nu foto’s van gemaakt en bij het recept erbij gezet. Ik heb er ook aan gedacht om per stap foto’s te maken van het 'maakproces' van de Rillette en de Hazenpeper. Die heb ik intussen ook bij de recepten geplaatst.
Ik ben nog samen met jachtvriendin Elly bij het Groencafe, georganiseerd door FBE Utrecht, geweest. We hebben eerst samen een hapje gegeten en bijgekletst, want op zo’n avond is daar te weinig ruimte voor. Buiten paard gereden met een erg klein clubje van onze vaste groep. Weer fijn met Fien getraind met grote vriendin Jacqueline. En op vrijdag zijn jongste zoon en ik eindelijk naar een slipcursus geweest. Dat zouden we al gedaan hebben toen hij zijn rijbewijs had behaald, maar om de cursus te doen was het nog niet van gekomen. En wat hebben we een lol gehad! Ik had deze cursus jaren geleden al een keer met manlief gedaan. Maar met je kuiken is het wel anders, ik zit dan nog steeds in mijn ‘moederrol’ en moet er op letten dat ik niet de hele tijd ‘goede raad’ geef. Kuikens kunnen daar niet zo goed tegen, wat ik best begrijp… ‘Vergeet als koe niet dat je ooit een kalfje bent geweest’ 😉.
Ik had de cursus van drie uur geboekt. Daar hebben we geleerd hoe je het beste een noodstop moet maakt, hoe je met welke handelingen het beste uitwijkt bij plots gevaar en hoe je tegenstuurt als je auto uitbreekt en in de slip geraakt. Dat laatste was het leukste om te doen. De handrem aantrekken, je stuur een halve korte ruk geven om vervolgens op nat en glad wegdek toch de auto in een rechte baan te krijgen. De eerste keer schuift de auto alle kanten op, maar bij de tweede ronde, ging het al stukken beter. Omdat we alle tijd hadden, hebben we het uitbreken het vaakst gedaan. Het was niet alleen leerzaam, maar ook ontzettend leuk. Het gevoel wat je auto doet bij het in de slip gaan, en hoe je tegen moet sturen, waar je naar moet kijken en wat je vooral niet moet doen. Ik hoop dat wij het nooit nodig zullen hebben, want de auto maakt een behoorlijke slinger waarin je veel handelingen binnen korte tijd moet verrichten, en dat nog maar bij een snelheid van maximaal 40 kilometer per uur. Misschien gaan we nog wel een keer driften samen, dat lijkt ons samen ook wel heel erg leuk om eens gedaan te hebben.
Comentarios