‘Bramen en brandnetels gedijen goed bij de hoeveelheid CO2 die wordt uitgestoten’ stond van de week in een artikel van het AD. Complete stukken ‘natuur’ veranderen in onbegaanbare stukken grond door deze planten en struiken. Daar heb ik (natuurlijk) een mening over. Als ik met mijn honden in een losloopgebied wandel in Zuid-Holland, zijn daar ook overal de overwoekerende bramenstruiken en complete velden met brandnetels. Bramenstruiken zijn woekerstruiken. Hou je die niet tegen, dan verdwijnt elk wandelpad in dit gebied. Net als de brandnetels trouwens. Gelukkig heeft de beheerder van het gebied waar ik graag met de honden wandel, wel onderhoud gepleegd. Daardoor zijn de paden en de stukken weiland weer goed begaanbaar. Ook met groen zul je als grondbeheerder beheer moeten uitvoeren. Nu land wordt verkocht aan organisaties als Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, waar geen onderhoud wordt gepleegd, kan ‘de natuur’ haar gang gaan.
Maar zonder beheer en inperking van deze woekeraars, kun je hier binnen de kortste keren niet meer vrij rondlopen. Ik zie het in het parkje hier in mijn woonwijk ook gebeuren. Waar de bramenstruik jaren geleden klein was en tijdig werd kort gehouden, is die in de afgelopen jaren gaan woekeren en kon deze uitgroeien tot een metershoge- en brede struik, die voor mens noch hond begaanbaar was. Ik kreeg door de zaden die de vogels uit poepten ongewenst deze bramenstruik in mijn tuin. Om die weg te krijgen en te houden is best nog wel ‘een ding’. Gelukkig heeft ook de gemeente besloten dat de struiken kort gehouden moesten worden, en de struiken onlangs ingekort. Nu nog de gemeenteperken voor mijn huis.
Het was een kokkerel weekje de afgelopen week. Omdat ik trek had in de Croque Monsieur en daar wat Bechamelsaus van over had, heb ik daar een dag later wat dille en visbouillon aan toegevoegd. Zo hebben we van de Vistaartjes kunnen smullen bij de vrijmibo. Ik heb een paar keer een lekkere Tostada gemaakt. Gewoon, omdat ik daar trek in had. Een Karamel crème om als cadeautje te geven (en wat niet in het potje paste, was voor mij 😉) Een Thaise Pad Kra Pao als hoofdgerecht, Soto ayam, maar ook eindelijk de Klappertaart die al heel lang op mijn lijstje stond. Hoe ik bij die Klappertaart kom? Ik moet een jaartje of 5-6 geweest zijn. Toen ben ik bij Tante Bee geweest en zij had deze taart gemaakt. Heerlijk! Ik ben die heerlijke smaak nooit vergeten. Zacht, romig en met slierten jonge klapper. Helaas was Tante Bee toen al op leeftijd, en ik heb haar, noch mijn moeder, om het recept kunnen vragen. In de afgelopen jaren heb ik meermaals geprobeerd het recept na te maken met wat ik aan recepten kon vinden.
En nu heb ik ‘m bijna eindelijk zoals ik in gedachten had. Bijna, omdat Tante Bee er ook rozijntjes en een snufje kaneel in gedaan had. Ik heb ‘m zonder de rozijntjes en kaneel gemaakt, want dat vind ik lekkerder. Tante Bee had toen ook de jonge klapper zelf ‘geslacht’. In die tijd waren er nog bijna geen toko’s. Gelukkig kun je nu veel ingrediënten bijna om de hoek kopen. Dus ook de jonge klapper, die ligt gewoon in het vriesvak. Net als loempiavellen, nu gewoon verkrijgbaar. Ik moet ook altijd aan mijn moeder denken als ik loempia’s maak. Die vellen voor de loempia maakte mijn moeder vroeger zelf, omdat die nog niet verkrijgbaar waren. Ze maakte dan een papje van water en bloem, nam een pluk watten en deed hier een stuk vitrage omheen. Dat doopte ze in het dunne beslag om daar flinterdunne loempia vellen van te maken. En let wel, die scheurden gemakkelijk en werden met honderd gebakken, want als je eenmaal loempia vulling maakt (wat veel tijd kost), dan maar meteen goed. (Zo herkenbaar…) Vandaag dus het recept van de Klappertaart! Geniet ervan als je ‘m ook een keer maakt!
ความคิดเห็น