top of page
Monique Jansen

Stukje Kroondomein

Bijgewerkt op: 3 jul.



Voor mijn verjaardag had ik de cursus ‘Aanspreken van Edelherten, Damherten en wilde zwijnen’ gekregen. Dit was een cursus van vier avonden met daarnaast nog eens drie veldexcursies, verzorgd door ‘Vereniging het Edelhert’. Helaas heb ik een cursusavond en een veldexcursie moeten missen doordat ik nog niet fit genoeg was na mijn operatie. De cursusavonden zijn inmiddels afgerond, en die waren echt een uitje. Elke cursusavond was er een andere spreker die weer gespecialiseerd is op één van de soorten waar het die avond over ging. Allemaal gepassioneerde sprekers, sommigen die alleen met de camera ‘schoten’, anderen die ook met het wapen een schot afgaven. Er was sowieso een verbindende factor bij zowel de sprekers als de deelnemers, wij zijn allemaal natuurliefhebbers en staan allemaal open om kennis te vergaren en te delen.


Het meest opvallende van het correct aanspreken van de leeftijd bij grofwild (grote hoefdieren) is eigenlijk kijken, ervaren… en dan nóg heb je zeer grote kans dat je het bij het verkeerde eind hebt bij het inschatten van de leeftijd. Het verschil tussen een vrouwelijk stuk en een mannelijk stuk kun je natuurlijk wel goed zien. De verschillen tussen roodwild (edelherten) en damwild zijn, na wat meer ervaring in het kijken en letten op de verschillen, ook nog goed te doen. Maar de leeftijden inschatten, dat is echt lastig, en je weet het pas zeker als je het dier hebt geschoten en naar het gebit kunt kijken of daar een plaatje van laat maken. De grootte van een gewei zegt bijvoorbeeld niets over de leeftijd van een stuk.


Dit weekend heb ik wel van mijn eerste veldtrip kunnen genieten. Deze zou plaatsvinden bij het Kroondomein het Loo. Onder leiding van Gerrit Jan Spek van Natuurlijk! Fauna Advies hebben wij door dit Domein gefietst. Mijn fiets paste helaas niet in mijn auto, maar ik kon er eentje lenen waar die wel in paste. Op de afgesproken parkeerplaats hebben we verzameld om de tocht op de fiets te maken. Er waren korte geasfalteerde afstanden, maar het was met name fietsen over ‘boswachterspaadjes’ en soms ook stukken met rul zand, wat het fietsen wel wat spannender maakte. Maar op deze manier konden we in de ruim vierenhalf uur durende fietstocht vele kilometers afleggen. Gerrit Jan is bevlogen om zijn kennis te delen over de omgeving, waar hij al als kind is opgegroeid. Hij vertelt vol passie over de oesterzwammen die we onderweg tegenkomen, hoe het bos gemaakt is en waar intussen (gelukkig) veel verbeterd en aangepast is, hoewel het volgens hem nog zoveel beter kan.


Dat je de natuur eigenlijk het beste zijn beloop kunt laten, omdat het goed voor zichzelf zal zorgen, waardoor er meer biodiversiteit zal komen en onze inheemse dieren- en plantensoorten terug zullen komen en/of beter zullen gedijen. Hij vertelt over de ratelpopulier, dat deze aan zijn naam komt, doordat deze altijd te horen zijn, al wijzend naar de blaadjes die in al wuivend door de wind ritselen. Over de leemkuilen die we onderweg zien, leeggeschept om wegen of bakstenen van te maken. Die leemkuilen zijn dan vaak weer (gedeeltelijk) gevuld met water. Hij vertelt over de waterhuishouding in het Domein, waardoor sommige bomen beter of juist niet goed gedijen. Wijst ons op de zoelplekken, dat zijn plekken waar water blijft staan waar wilde zwijnen een (modder-)bad nemen. In de buurt van zo’n plek vind je vaak ook een boom waar de zwijnen tegen aan kunnen schuren. Het liefst gebruiken ze hiervoor een naaldboom, daar zit hars in, en dat vinden de zwijnen lekker ruiken. Je herkent deze schuurbomen aan de (opgedroogde) modder en haren die aan de bast gekleefd zitten. Bij deze zoelplekken kom je dus, hoe logisch ook, veel prenten (pootafdrukken) tegen.


Er is ook een tussenstop bij het zevenblad en brandnetels, en wijst hij ons op de afgeknabbelde toppen van de brandnetels. Die zijn door herten en reeën gegeten, lekker jong blad. Ook zien we een ‘speelplaats’ voor de zwijntjes. Die laatste is op een klein heuveltje, lekker in de zon, waar je aan de prenten kunt zien dat daar heel wat geravot wordt. De vegetatie is weg door het spelen, en kennelijk is het zo’n fijne speelplek, want het heeft geen kans gekregen terug te komen. Bij een grote leemkuil stoppen we, waar we nog twee mandarijn eenden (waarschijnlijk ooit ontsnapt bij een hobby eendenhouder) het riet inzwemmen. Gerrit Jan toont ons de lijsterbes, die tot een hoogte van 1.80 is ontdaan van blad. Dat hebben de edelherten gedaan, tot op die hoogte kunnen ze bij het blad. Als de onderkant van de lijsterbes is kaal gegeten en ze bij het blad willen dat hoger groeit, knakken de herten vaak de stam om zo bij de rest van het blad te kunnen.  


We zien nog een edelhert en het blijft staan grazen op zo’n 400 meter bij ons vandaan. Het houdt ons wel in de gaten, maar het voelt zich kennelijk door de afstand veilig genoeg om te blijven grazen. Er is een klein gewei in de bast te zien. We fietsen verder, maar nog geen zwijn gezien, ondanks de vele omgewoelde stukken bosgrond, prenten en ‘speel’- en zoelplekken. Er blijkt in de buurt waar we ons op dat moment bevinden een ijskraam te staan, en het is een mooie gelegenheid om een smaaktest te doen. Dat ijsje was zalig trouwens. Daarna gaan we nog een klein stukje fietsen om toch proberen een zwijn te spotten, en dat lukt! Langs dit bospad zien we zoveel omgewoelde aarde, daar moesten ze wel rondlopen. De zwijnen (ik zag er 3) zijn maar op een meter of 30 bij ons vandaan, maar gingen er gauw vandoor toen wij stopten.


Een deelnemer had ook nog een paar ‘pyjamaatjes’ (biggen die hebben streepjes net alsof ze een pyjama aan hebben) gezien. Verderop stonden nog twee zwijnen, maar ook die gingen er snel met staartjes in de lucht vandoor. Grappig om dat te zien, want soms als die zwijntjes iets lekkers eten of het naar de zin hebben, zwaaien die staarten een beetje. Een soort kwispelen bij honden als die het naar de zin hebben. Bij onraad gaat de staart kennelijk omhoog. Als Fien (onze DSD) ‘aan staat’, staat haar staart ook recht omhoog. Het is tijd om naar de parkeerplaats terug te gaan, en na ruim 4,5 uur gefietst te hebben, zijn mijn billen het daar helemaal mee eens.


Ik breng de auto terug bij mijn zwager en schoonzus. Daar zie ik neefje Stijn en nichtje Fenne ook nog even. Nu kan ik meteen een paar leuke cadeautjes kopen, want mijn nichtje is een ‘winkeltje’ begonnen via Instagram. Hier verkoopt zij leuke sieraden voor een mooi prijsje. JBF, Jewelsby.fen. Mijn sieraden moeten ‘hufterproof’ zijn, die doe ik niet af als ik ga slapen, douchen of badderen, en dat zijn deze ringetjes, oorbellen en kettinkjes. Fenne verpakt de sieraden zodat het er ook echt als een cadeautje uit ziet en belooft een betaalverzoek te sturen. Als ik thuis kom, heb ik wel trek, maar geen zin in zwaar of veel eten. Ik maak twee Kaasbroodjes, bladerdeeg is snel ontdooit en de vulling had ik al uit de vriezer gehaald die ochtend. Maar dat was net te weinig, dus ik heb nog een pakje Instant Noodles geopend. Daar heb ik een gekookt eitje, wat gesneden lente-ui en wat overgebleven gebraden kip bij gedaan.


Ik heb het afgemaakt met wat zelfgemaakte Chili-olie. Die kun je natuurlijk kant en klaar kopen, maar dit is zo’n leuk receptje dat je binnen 10 minuten zelf hebt gemaakt en weken kunt bewaren. Je kunt ook creatief zijn door er bijvoorbeeld nog wat sjalotjes of pepers aan toe te voegen. Bij de gekochte versie zitten vaak veel E-nummers en veel suiker, hier weet je precies wat je er in hebt gestopt. Ik ben natuurlijk vergeten foto’s te maken van de noedels, maar de Chili-olie is ook heel erg lekker over welk vlees dan ook, vlees en groente van de BBQ, als extra kick over rijst- of noedelgerechten of gewoon als dip met een stokbroodje. Omdat ik de olie gisteren heb opgemaakt, zal ik straks een nieuwe maken. Altijd handig om grijpklaar te hebben! Na het eten is het inmiddels 22.00 uur en gaat mijn lampje uit. Ik moet helaas de Housewarming van vriendin Sil overslaan en duik mijn mandje in.




87 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page