top of page

Raasdonders

  • Monique Jansen
  • 23 nov
  • 4 minuten om te lezen
ree

Als je jaagt, kom je op plekken waar je normaal gesproken als burger niet snel komt. Bijvoorbeeld met je auto in een weiland met koeien rijden, bij boeren op het erf, bij Zorgboerderijen, op militaire oefenterreinen en bij bollenkwekerijen. Ook in plaatsjes die niet in mijn 'top 10 van bezichtigen' staan, of waar ik zelfs nog nooit van had gehoord. Zoals afgelopen woensdag. Ik was uitgenodigd door Renée voor een Hazendag in Barsingerhorn. Ik heb het even op moeten zoeken, het ligt ten oosten van Schagen, in de kop van Noord-Holland. Niet over de bollenvelden, zoals onlangs bij Peter en Falco in Callantsoog, maar dit keer over weilanden. Om 8.15 word ik geacht bij de jachthouder te zijn om vervolgens samen door te rijden naar dit dorpje. Het is druk onderweg, maar we hebben gelukkig geen files. De hond mag mee, maar Soof is net aan een bultje op haar kop geopereerd. Voor Fien zou dat haar eerste keer op de hazen zijn. Ik ken het terrein niet en ik weet niet hoe zij zal reageren op rennende hazen. Om met een geladen wapen te lopen en een hond waar ik op moet letten, vind ik geen goed idee. Er zijn sowieso twee honden present, dus een extra hond is ook niet nodig.


ree

Het is heel nat geweest de nacht voor de jacht, en ook deze ochtend komt het met bakken uit de hemel. Altijd leuk, maar ook een beetje spannend om bij een nieuwe combinatie meegevraagd te worden, ik ken alleen de jachthouder. Ik neem een Boterkoek mee voor bij de koffie en een Rillette van haas voor bij de borrel naderhand. Als wij bij de zorgboerderij waar op het terrein de jachthut staat, aankomen, zijn de meeste jagers en drijvers al gearriveerd. Ik stel mij aan iedereen voor en krijg een kop koffie aangeboden. Ik zie een man met een muskusratten-bestrijdings-jas, en vraagt of hij Falco (jachthouder in het plaatsje waar ik onlangs mee op jacht was) kent. Hij begint te lachen, het blijkt zijn directe collega te zijn, en de ‘werk-Patterdale terrier’ waar Falco en ik toen over gesproken hadden, samen met Falco te houden. Er is een dame met haar Viszla mee die onlangs haar akte heeft behaald. Zij heeft onlangs een wapen van jachtvriend Peter overgenomen. Het is een klein wereldje, de jacht.


ree

Tijdens de koffie wordt besproken hoe we de jacht aan gaan pakken en waar gedreven gaat worden. Dan trekt iedereen de regenkleding aan, en rijden we een kort stukje naar de weilanden die uitgedreven gaan worden. Er worden twee kopposten neergezet, en wij jagers en drijvers lopen via de slootkant naar de achterkant van het weiland om vervolgens onze positie in de linie in te nemen. De buitenste posten lopen ‘een schot voor’ en zo drijven we over het weiland richting de kopposten. Er komen twee hazen weg, beide buiten schot. Zo worden er nog een paar weilanden uitgedreven. De jachthouders zeggen nog dat er normaal gesproken heel veel hazen lopen, maar door het natte weiland zitten die elders. Het blijft jacht natuurlijk, je kunt het weer en het wild niet bestellen. Als wij op een ander weiland lopen, zegt de drijver naast mij, dat er een haas gedrukt ligt. Ik zie het haas pas als hij de plek wijst, zo goed heeft het zich gedrukt. Het lijf ligt met de kop mijn kant op. Het is een ongeschreven jagersregel dat je geen haas in zijn leger schiet. Als door mijn beweging het haas in de benen komt, besluit ik niet te schieten. Het rent recht van mij af, en om het dier in de bouten te schieten is ook ‘not done’. Het haas komt ook bij de linie niet breed voorbij, en terwijl iedereen het schot er in houdt, kijken wij hoe het dier wegkomt op een aansluitend weiland. Dan lopen we verder. Met de auto rijden we naar de volgende uit te drijven weilanden.


ree

Deze weilanden liggen kennelijk iets hoger, want hier lopen meer hazen. Terwijl wij ons door het veld bewegen, zien we zeker 7 hazen op een gemaaid weiland verderop. Op dit weiland gaat een haas op dat wel voor onze linie binnen schot breed gaat. Mijn buurjager wil schieten, maar heeft een ketser. Dan heb je wel de trekker overgehaald, maar komt de patroon niet uit het wapen. Je houdt je wapen dan 20 seconden gesloten en de loop in een veilige richting, omdat het alsnog af kan gaan. Daardoor komt het haas aan mij voorbij en kan ik tot schot komen. Het haas ligt en wordt door de hond geapporteerd. Op het laatst uit te drijven weiland, waar ook schapen lopen, wordt nog een haas geschoten. Het gebeurt echt op de laatste 10 meter dat het haas in de benen gaat, en waar ik echt geen haas meer had verwacht door alle bewegingen in het veld. Het was de laatste drift, en we gaan terug naar de jachthut. De jachthouder is blij dat ik als gast een kans heb gehad, en ik ben ook blij, omdat ik de kans heb benut.


ree

Eenmaal in de hut gaan twee heren aan de slag in de keuken. (Het is een luxe jachthut 😉.) Er komt een groot stuk spek uit de oven die in schijven wordt gesneden en rond gaat, ik smeer intussen de toastjes met de rillette. Daarna komt de dis op tafel, Raasdonders. Voor mij een primeur, ik heb dat nog nooit gegeten. Het zijn kapucijners met kaantjes en uitgebakken spek. Daar worden versgesneden uitjes overheen gedaan, met piccalilly, zilveruitjes, augurkjes en Amsterdamse uitjes.  Het is lekker, en zeker een voedzame maaltijd na alle stappen die gezet zijn in de regen en de kou. Het is sowieso lekker als er voor je wordt gekookt. Na de maaltijd wordt er nog heel wat nagepraat en een volgende jachtdag afgesproken. Ik mag daarbij aansluiten, maar ik zit die datum juist in Duitsland voor drukjachten. Dan is het tijd richting het Groene Hart te gaan. Het was, ondanks het natte weer, een prachtige dag en ik heb weer zoveel leuke mensen leren kennen.



 
 
 

Opmerkingen


©2020 Monique Jansen

bottom of page