Ik zal eerst het recept doorgeven van vandaag: Mijn Italiaanse Pruimentaart. Dit is dan voorlopig even het laatste recept met een Italiaanse twist. Pruimen zijn nu volop te koop, en deze taart is zo lekker, daar moet je echt even de tijd voor maken om te maken en van te snoepen. Het is lekker in de middag bij een kop thee, maar kan ook heel goed als dessert na een lekkere maaltijd of als je gasten te eten hebt. Helemaal van tevoren klaar te maken, dus alleen nog even opleuken met wat poedersuiker en een bolletje ijs of lobbige slagroom (maar waarom kiezen…😉) Ik zou voor zo’n dessert een beetje plek ‘overhouden’.
Vandaag zou ik zowel met mijn nieuwe als met mijn aangepaste wapen voor het eerst gaan schieten. We (Cas, Chris en ik) hadden bij Dorhout Mees in Biddinghuizen afgesproken. Dat is ook de plek waar ik voor de jachtexamens heb geoefend met schieten en ook de jachtopleiding heb gevolgd. Dorhout Mees voelt voor mij altijd als een soort ‘thuiskomen’. Het doet een beetje Oostenrijks aan, een blokhut met een haard die altijd brand, zomer of winter. Omdat ik daar veel kwam, leer je een hoop mensen en personeelsleden kennen, en het is altijd leuk hen weer te zien. Het nu aangepaste wapen heb ik van Chris overgenomen, en hij was erg blij zijn ‘oude liefde’ nog even te kunnen zien en vast te kunnen houden. Het nieuwe wapen schiet lekker, ik ben er erg blij mee. Maar nu het wapen met de langere lopen is aangepast en verzwaard op de kolf, schiet deze ook meteen een stuk lekkerder. Ik ben erg blij met het resultaat van beide wapens, en zolang ik niet te veel na ga denken over hoe iets te schieten, gaat het goed.
Enfin, we hadden onze rondjes geschoten. Veel plezier gehad en toch weer een aantal dingen geleerd. Terwijl we naar het restaurant liepen voor de lunch, hoorden we harde, doffe knallen en zagen een hoop rook als er zo’n harde knal geweest was. Deze mannen schoten met zwart kruit. We hebben heel even staan kijken, maar besloten toen te gaan eten. Na de laatste kop koffie en klaar om de weg naar huis aan te gaan, vroeg Cas of ik niet een keer met zwart kruit wilde schieten. Nou ja, nog nooit gedaan… het gaf wel hele harde knallen en ik vroeg me af of de terugslag van zo’n wapen niet veel groter is dan met een ‘normaal’ hagelgeweer. Natuurlijk kende Cas weer een aantal mannen van Het Nederlands Proppenstampers Gilde die daar met deze wapens aan het schieten waren, en op de vraag of ik een keer mocht schieten, werd meteen positief gereageerd.
De wapens waarmee geschoten wordt, zijn antieke wapens van voor 1900! Het laden van zo’n wapen is best omslachtig: Eerst een (afgemeten) hoeveelheid kruit in de loop, dan samengeperst papier dat er met een soort staaf naar beneden geduwd wordt, vervolgens een (afgemeten) hoeveelheid hagelkorrels en dan weer een soort dun karton om de hagelkorrels op hun plek in de loop te houden. Op de schoen is een soort extra stukje leder, zodat je de kolf daar op kunt laten rusten als je de loop vult en de kolf daardoor niet beschadigt. De haan zit aan de buitenkant (wat je van vroegah ziet in die cowboyfilms, je trekt dan de slagpin naar achteren).
Wat dan weer wel heel modern is, is een microfoon op de schietplaats. Daar gil je in als je een kleiduif afgeschoten wilt hebben. Je schoudert het wapen al voordat de duif vertrekt. Dit zijn afgaande duiven, je volgt de duif en zodra je de duif niet meer ziet, druk je af. Maar dan heb je nog een slaghoedje dat voor enige vertraging zorgt. (Vroeger werkte dat met een vuursteen.) Ik roep, maar de duif gaat niet. Na een paar keer roepen, geeft een schutter een brul en vertrekt de duif. Enigszins afgeleid richt ik, druk af en … dat geeft me toch een knal! Zo eentje die je tot diep in je buik voelt, de kruitdampen stijgen op en er hangt een rookwolk in de lucht. Het enige dat ik kan doen is lachen! Wat was dat gaaf om een keer te doen!! Ik mag met nog een ander wapen schieten, een side by side, een iets modernere versie dan bij het eerste schot. Ook hier schouder je eerst en laat je daarna pas de duif vertrekken. Ik heb hier zo van genoten! Ik kan me helemaal voorstellen dat je dit met een paar vrienden een hele middag kunt doen, de zware doffe knallen, de kruitdampen opsnuiven, de rookwolk na het schot.
Er kleeft veel voorbereiding aan deze sport, omdat de patronen zelf gemaakt worden, of omdat het wapen met afgemeten hoeveelheden kruit en hagel gevuld moet worden. Wat helemaal leuk is, is dat ook hier weer mensen zijn die passie hebben voor wat zij doen en het graag aan geïnteresseerden uit willen leggen. Deze schutters zijn heel trots op hun wapens. Ze lijken ‘rustiger’, het komt een beetje over alsof ze meer tijd nemen voor hun schot, er meer de tijd voor nemen om van dat ene schot te genieten. En dat is ook niet raar als je dat vergelijkt met kant-en-klaar-munitie-koper-schutters zoals ik; Er zit veel tijd in het maken van de munitie en het laden van het wapen. (Los van het feit dat het een prachtig en oud wapen is waar zij met recht heel erg trots op zijn!) Ik was graag nog even langer gebleven om te kijken en nog meer vragen te stellen, maar het was nu ook wel weer mooi geweest, deze mannen kwamen om hun hobby uit te oefenen. En ik? Ik heb de gehele weg naar huis met een grote grijns op mijn gezicht gezeten.
Commentaires