Schaamrood op mijn kaken
- Monique Jansen
- 9 nov
- 5 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 10 nov

Als ik met de honden met prachtig herfstweer een wandeling ga maken, neem ik een dummy mee om te oefenen. Ik ben iets later dan normaal met de middagwandeling, waardoor het overal veel rustiger is en ik ongestoord kan oefenen. Ik laat onderweg op een weiland een dummy vallen zonder dat de honden het zien. Ik loop parallel aan een brede sloot verder, terwijl de hondjes lekker aan het snuffelen zijn. Na zo’n 300 meter fluit ik Fien in en laat haar mij volgen. Braaf luistert zij naar de commando’s die ik haar geef. Ze staat meteen ‘aan’, want er gaat iets van haar gevraagd worden. Ik zet haar naast mij neer, maar zie op dat moment dat er een man met twee honden het weiland op loopt. Op de plek waar ik ongeveer de dummy heb neergelegd, zie ik zijn honden snuffelen en nog iets later dat de man bukt en iets van de grond pakt. Hij ziet mij wel, en ik zwaai nog. Hij loopt door over een dam naar het volgende weiland. Ik stuur Fien vooruit, laat haar na een metertje of 50 zitten met de ‘zitfluit’, om haar vervolgens overhands door te sturen. Zodra zij op de plek komt waar ik de dummy had neergelegd en ik de zoekfluit gebruik, gaat zij op zoek naar wat daar zou moeten liggen. Dan zie ik dat zij een haakse bocht maakt richting de bossages en daar voor gaat staan. Ik zie aan haar lijf en staart dat daar een fazant in de bosjes moet zitten. Ik fluit haar in, loop iets met haar op en laat haar weer naast mij zitten om haar vervolgens weer vooruit te sturen en gebruik weer de zoekfluit op de plek waar de dummy zou moeten liggen. Zij zoekt en maakt slagen, maar vindt niets. Ik krijg een vermoeden… die man heeft waarschijnlijk de dummy gepakt. Dat is me al een paar keer eerder overkomen. Dan pakken mensen de dummy omdat ze denken dat iemand die heeft verloren. Maar dat zal toch niet… Als ik haar terug fluit en met haar mee oploop naar de plek waar de dummy is neergelegd, zie ik geen dummy. Samen met Soof en Fien zoek ik een aantal vierkante meters af, maar de dummy is spoorloos. Ik kijk naar de man, die inmiddels halverwege het weiland is. Als ik richting de man en zijn honden loop, zie ik dat hij iets in zijn rugzak stopt. Ik voel een boosheid opkomen, want nu ben ik er echt van overtuigd dat hij die dummy heeft gepakt.

Ik zie mezelf helemaal voor me (ik denk in plaatjes). Met rasse schreden en mijn ‘oorlogsstrepen’ op loop ik richting de man. Ik roep naar hem ‘meneer’… Als ik eindelijk bij de man ben aangekomen, vraag ik of hij misschien de dummy heeft gepakt. De man vraagt hoe die eruit ziet, en na mijn omschrijving zegt hij, dat hij heeft gezien dat Fien de dummy in haar bek had, maar vervolgens losliet en naar de bossages ging. Ik ben nog steeds in de veronderstelling dat de man de dummy heeft, en die in zijn rugzak heeft gedaan. Dus..., vraag ik of hij zijn rugzak wil openen. Ik zie dat de man een beetje geïrriteerd raakt. Toch opent hij de rugzak. Maar geen dummy in te bekennen. Hij zegt dat de dummy op de plek ligt die hij heeft aangegeven. Ik ben nog steeds in de veronderstelling dat hij de dummy heeft, want hij was ook nog eens in een gele plastic tas aan het rommelen toen ik zijn richting opliep. Ik zeg dat ik op de door hem aangegeven plek zal gaan kijken, en we wensen elkaar op niet al te vriendelijke wijze nog een fijne dag. Ik loop weer terug over het weiland, terwijl hij verder wandelt met zijn honden in tegengestelde richting. Weer zoek ik de dummy, en nu ook langs de bosjes en na een paar minuten… zie ik inderdaad daar ergens de dummy in het gras liggen… Ik voel mijn wangen warm worden en een knoop in mijn buik. Ik heb gewoon een man beschuldigd dat hij iets van mij had meegenomen. En dat blijkt totaal niet het geval!

Ik kijk in de richting van de man, maar die is inmiddels het weiland af en over het fietspad een andere weg ingeslagen. Om hem via het weiland in te halen om mijn oprechte excuses aan te bieden, zou niet lukken. Dan maar teruglopen naar een wandelpad en parallel aan hem zijn kant oplopen. Ik moet flink doorlopen om hem enigszins bij te kunnen houden met de opgelopen achterstand. Als ik hem weer zie, sla ik het weiland op om hem tegemoet te lopen, maar hij loopt over het fietspad verder. Tussen de weilanden waar ik ingeslagen was, ligt een brede sloot. Ik moet dus weer rechtsomkeert maken en flink doorlopen naar een volgend weiland. Daar besluit de man gelukkig ook het weiland op te lopen. Ik versnel en kom steeds dichter bij de man, die mij aan ziet komen met mijn snelle pas… Hij buigt iets af, en denkt volgens mij ‘daar heb je dat rare wijf weer’. Als ik dichterbij kom, zeg ik met het schaamrood op mijn kaken, dat ik mijn oprechte excuses aan moet bieden. Dat ik het echt bij het verkeerde eind had en echt in de veronderstelling was dat hij mijn dummy had meegenomen. Nogmaals mijn excuses gemaakt. Hij heeft die wel aanvaard, maar ondertussen zag ik hem nog best bozig zijn. En dat begrijp ik! Maar ik heb in elk geval wel gedaan wat ik vond dat ik moest doen. Onze wegen scheidden zich daar op dat weiland, en ik kon daarna de wandeling in een rustiger pas afmaken. Ik moet denken aan wat iemand een keer zei toen ik (jaren geleden) foto's ophaalde bij de fotograaf. Die, na de opmerking van de fotografe dat ze nog geen tijd had gehad de afgedrukte foto's te bekijken, had gezegd dat dat echt niet kon en dat hij van zijn therapeut assertiever moest worden. Nou... ik weet niet of dat nu altijd zo goed uitpakt... méér assertiviteit. Bij mij kennelijk niet altijd even goed ;-).
In de auto op de weg naar huis moet ik ook wel een beetje om mezelf lachen. Ik zie mezelf helemaal voor me; Hoe ik over dat weiland aan het stappen ben met stoom uit mijn oren en mijn oorlogsstrepen op. Maar ja, ik denk niet dat die arme man er net zo om moet gniffelen als ik... helaas...

Ik heb echt bij moeten komen van de afgelopen drukke week. Ik was zo moe en had te weinig aan mijn lijf gedacht, dat ik de hele week best brak geweest ben. Ik heb het idee dat mijn ogen twee punten achteruit gegaan zijn, ik moet nu zelfs een bril opzetten om mijn pc-beeldscherm te kunnen lezen. Ik hoop dat dat nog bij gaat trekken, maar ja, ik ben ook geen 20 meer. Ik had nog een potje sambal van Jan meegekregen. Hij had meerdere soorten pepertjes zelf gekweekt en geoogst en daar een sambal van gemaakt. Pfoei, de vlammen en de stoom kwam uit mijn oren! Het is wel lekker, maar zo ontzettend PEDISSS! Daar moet je maar hele kleine lepeltjes van in een gerecht doen en ook alleen gebruiken als er geen Belanda’s komen eten. Het recept voor vandaag is niet pittig hoor: een Kerriesoep met kip. Ik had trek in soep, en heb deze van de week gemaakt. Bij de laatste jachtdag hadden wij ook een kerriesoep, maar dan met pompoen. Vandaar dat ik aan mijn kerriesoep moest denken en die maar weer eens gemaakt heb. Ik had de meeste ingrediënten al in huis, moest alleen even een kipfiletje kopen. Ik wens je nog een mooie dag!
.jpg)

















Opmerkingen