Of ik zin heb mee te gaan bersen op de reebokken. (Bersen: Het ongezien sluipend benaderen van het wild.) De bronsttijd begint nu zo ongeveer, en jachtvriend Jeroen heeft een aantal loodjes om reebokken uit het groeiende aantal reeën in zijn jachtveld te halen. Dat laat ik me natuurlijk geen tweede keer zeggen. Op vrijdag vertrek ik daarom bepakt en bezakt (met wat ik in mijn oren heb geknoopt van Cas; ‘Beter mee verlegen dan om verlegen…’). Het zou kunnen gaan regenen, dus regenbroek- en jas mee, t-shirts voor als het warm is, een vest voor als het frisser wordt, regenlaarzen en stevige wandelschoenen met gamaschen, stevige jachtbroek, maar ook warmtebeeldkijker, verrekijker, handschoenen om te ontweiden en natuurlijk mijn wapen, kogels en (niet geheel onbelangrijk) muggenspray met deet. De heenweg valt mee wat drukte betreft, en net voor half 7 arriveer ik op mijn bestemming. Ik kan meteen aanschuiven en krijg een heerlijk diner dat Miranda had gemaakt voorgeschoteld;
We beginnen met een soepje van linzen, met als hoofdgerecht paella en als afsluiter een lauwwarme griesmeelpap met rozijnen. Na de koffie kleden wij ons om in bruin en groen en geeft Jeroen aan dat alleen wapen en verrekijker mee gaan het veld in. Nadat wij ons flink bespoten hebben met de muggenspray (en mijn nagellak daardoor oplost?!!?) en even geoefend wordt met de schietstok, lopen we naar de schuur waar het gave karretje, dat een paar weken geleden nog dienst deed als trouwauto van Jeroen en Miranda, om het veld in te gaan. Daar wordt het karretje geparkeerd en wordt er een nieuw plan van aanpak gemaakt (terwijl er rekening wordt gehouden met waar de wind vandaan komt), omdat daar waar Jeroen had willen bersen de boer aan het werk is. We gaan eerst een stuk door het bos, terwijl Jeroen kijkt of daar iets beweegt met zijn warmtebeeld. We moeten stil zijn (best een uitdaging voor mij), terwijl ik zowel in pas als in de voetsporen van Jeroen loop. Steeds stopt hij even om te kijken en te luisteren. De schietstok wordt neergezet, ik leg mijn wapen hier op, en Jeroen gebruikt een fiep-pomp om het geluid van een reegeit na te bootsen. Het fiepende geluid wordt in de paartijd uitgestoten door een opgewonden reegeit. Daar komen bronstige bokken op af. Dan wachten we, terwijl we zo stil mogelijk blijven staan, om te kijken of er een hitsige reebok op het geluid afkomt. Niets… en na een paar minuten besluiten we verder te bersen, om het verderop in het bos nogmaals te proberen.
In de tussentijd is de boer van het veld vertrokken, en gaan wij die kant op. We lopen tussen een veld met Franse worteltjes aan de ene kant en een veld met uien aan de andere kant. Het loof van de Franse worteltjes is prachtig lichtgroen, het loof van de uien donkergroen-blauw, bijna deprimerend. Eenmaal bij het veld waar het gras al gemaaid is en ook al een aantal balen van gemaakt zijn, gaan we achter een hooibaal zitten. Weer wordt er gefiept, en hebben wij onze ogen gericht op het bos achter het gemaaide veld. Als er ergens een bok op het fiepen vandaan komt, is het uit het bos. Ook hier reageert geen bok, maar als we verder lopen, zien we in een droge sloot een reegeit staan, die ons ook blijft observeren. We lopen verder langs de uien met aan de andere kant koren dat prachtig geel-oranje kleurt. Dan wordt de schietstok weer uitgeklapt, mijn wapen er op gezet en gefiept.
Het begint wel al donker te worden, maar dan opeens zien we in de verte, tussen de bieten door, iets onze kant opkomen. Ik richt mijn kijker op de gestalte, het staat stil, wacht en kijkt. Na nog een keer fiepen, komt het dichterbij. Beiden kunnen we niet zien of het nu een reebok of een reegeit is. Het ree staat breed, en ik heb mijn kijker op het blad gericht, maar ik kan geen gewei zien. Ook Jeroen geeft aan dat hij niet heeft kunnen constateren dat het om een bok gaat. Weer doet het dier een paar stappen naar onze kant, maar gaat dan verder bij ons vandaan. Stopt weer, maar staat niet breed. Jeroen is iets door zijn knieën gezakt, waardoor hij toch een klein gewei kan waarnemen, maar de bok staat niet goed voor een schot en gaat na een paar tellen van ons af richting het bos. Wat was dat spannend!
De stok wordt weer ingeklapt en als we ons langs de bieten begeven, zien we nog een latrine van een das. Wij gaan richting het karretje om huiswaarts te gaan. Of ik wil rijden? Haha, natuurlijk!! Eerst nog even voorzichtig gas geven, maar dan drukt Jeroen mijn been naar beneden en gaan we met een vaartje van 35 kilometer per uur over het pad naar huis. Ik moet oppassen; Vooral niet lachen met open mond, muggen en andere vliegende beestjes zouden zó naar binnen kunnen vliegen… Het laatste stuk rent Jody voor ons uit. Eenmaal terug drinken we een koel drankje en kletsen we eindelijk bij, want tijdens het bersen komt daar niet zoveel van terecht 😉.
De wekker gaat redelijk vroeg, om 5.00 uur koffie en daarna weer het veld in. Jeroen woont prachtig, midden in zijn eigen jachtveld. Je stapt zo van de tuinbestrating het bospad in, direct naast zijn huis. Weer gaan we bersen, de stok wordt op een strategische plek neergezet, net naast het bospad, en er wordt weer gefiept. Er komt geen bok op ons af, maar wel een haas. Die nadert terwijl wij onze adem inhouden, en loopt zelfs op 3 meter afstand bij ons over het bospad. Jeroen heeft het kunnen filmen, terwijl ik zo stil mogelijk blijf staan, maar toch van het haas probeer te genieten. We gaan weer verder, en op de laatste plek waar de schietstok wordt neergezet, staat er uiteindelijk een bok verscholen in de bossages. Hij observeert de omgeving, loopt verder, komt weer terug, maar toch vertrouwt hij de situatie niet voldoende om uit de bossages te komen en neemt uiteindelijk de benen.
Dit was waarschijnlijk een oudere bok, die zijn wat minder onstuimig dan bijvoorbeeld de (jonge) bok die gisteren tussen de bieten in open veld naar ons toe kwam. We hebben inmiddels een behoorlijke afstand gelopen en gaan richting huis, want de tijd dat de reeën zich voor ons zichtbaar zullen bewegen zit er nu wel op. Jammer, geen reebok kunnen bemachtigen, maar wat was het spannend en ook prachtig!
Eenmaal terug krijg ik een lekker verwenontbijt van warme broodjes met gebakken eieren. Ondertussen komt jachtvriend Melvin aangewaaid om een verrekijker op te halen voor de ganzentelling die die dag WBE-breed gehouden wordt. Even samen ontbijten en koffie gedronken, waarna Melvin naar zijn veld is gegaan en ik gauw onder de douche om die muggenspray van me af te spoelen en ‘normale’ kleding aan te trekken. Jeroen heeft intussen de Bastard aangestoken om pulled pork langzaam te laten garen en jachtvriend Dennis laten weten dat ik bijna onderweg ben om te helpen met ganzen tellen in zijn veld.
Eenmaal bij Dennis staat zijn terreinwagen met koffie al klaar om door zijn veld te rijden en de ganzen te tellen. Ik stap in en neem mijn verrekijker mee. Onderweg zien we een reebok, een fazant, nog een hele kraaienfamilie en al hun vrienden en vage kennissen (het zijn er minsten honderd!) en verderop twee reekalveren in een weide. Genoeg ganzen, die op zowel een stuk met hoog gras als in het naastgelegen watertje zitten. Honderden grauwe ganzen, een vijftal nijlganzen en een paar soepganzen. (Soepganzen zijn verwilderde boerenganzen die ook gemengd hebben met grauwe ganzen, dat kun je meteen ook aan het verenkleed zien, daar heeft wit zich gemengd met het bruin/grauw van de grauwe gans). Onderweg wordt koffie uit een kopje gedronken, en dat is best een uitdaging op het ruige terrein. Daar zien we ook nog de ingangen van nesten van oeverzwaluwen en ook nog eens 5 wulpen!
De wulp herken je aan zijn lange kromme snavel, ik heb bij de jachtopleiding het ezelsbruggetje ‘de wulp kijkt naar zijn gulp’ geleerd. Wat opvalt, is dat iedereen hier elkaar begroet bij het voorbij rijden. Overal worden handen opgestoken of wordt Dennis nog even aangehouden om onder andere te kijken of er ergens misschien toch een vossenbouw is. De gemoedelijkheid is zo mooi om te zien, bij ons in de buurt wordt, bij een opgestoken hand, vaak de middelvinger mee omhoog gestoken…
Als we alle velden van het jachtveld hebben gezien en alle ganzen hebben geteld, gaan we naar het huis van Dennis terug en drinken we nog even koffie en bewonder ik de Palomino’s met twee veulens en de puppy’s van Sofie die net een weekje oud zijn. De koeien zijn allemaal buiten, anders was ik daar ook nog even gaan aaien. Het is mooi geweest, het is tijd om huiswaarts te gaan. Wat heb ik mooie dagen beleefd, mijn vrienden uit Drenthe weer gezien, en degene die er niet was op de weg naar huis nog gesproken.
Ik vergeet bijna het recept van vandaag; Het is weer een keer tijd voor een taartje! De Walnotentaart met een vleugje Grand Marnier. Niet de mooiste taart, maar wat een smaakbom! Redelijk makkelijk te maken en echt zeer smakelijk!!
Jan, heel veel sterkte. Want afscheid moeten nemen van je lieve hond is op z’n zachtst gezegd moeilijk! ❤️
Comments