top of page
  • Monique Jansen

Back to our roots II

Bijgewerkt op: 28 aug. 2023


Aangekomen op Yogyakarta zien we oudste zoon en zijn vriendin in de lobby als wij willen gaan inchecken. We drinken wat in de bar naast de lobby, frissen ons daarna op en gaan die avond naar een voorstelling van het Ramayana-verhaal. We hebben eerst een buffet, het eten is ok, maar bij een buffet heb je meestal ‘de gemiddelde smaak’. Ik kan me pas weer herinneren hoe die voorstelling ook weer was, toen wij eenmaal daar in het openluchttheater waren; Een tegenvaller. Het uitzicht is wel prachtig, we kijken op een verlichte Prambanan (de mooiste tempel van Indonesië) uit. We besluiten tijdens de pauze niet naar onze plaatsen terug te keren. Bij het hotel drinken we nog een drankje en wordt er nog een potje pool gespeeld, waarna we naar de kamers gaan. De volgende ochtend vertrekken we vroeg om naar het Kraton (Paleis van de sultan) te gaan.

Het is een warme dag, maar het is een prachtig complex met mooi schilderwerk, versieringen en glas in lood. Na dit bezoek gaan we naar de Prambanan. Ook dit is heel erg mooi, maar de zon is onverbiddelijk en er is weinig schaduw. Op de weg terug stoppen we bij een shopping mall in de buurt van ons hotel. Daar lunchen we en worden een paar kleine aankopen gedaan. Eenmaal terug bij het hotel drinken we aan het zwembad nog een drankje en nemen we een duik. Wat was het een warme dag.

Die avond hadden we een visrestaurantje uitgezocht. Eenmaal aangekomen, blijkt dat we eerst een verkoelde ruimte in moeten om ons avondmaal uit te zoeken. Er liggen verschillende inktvissen en vissen op ijs, schaaldieren in bakken en er zwemmen vissen en kreeften in een bassin. We kiezen allemaal iets lekkers uit en vertellen hoe we deze bereid willen hebben. Dan gaan we naar de eetzaal en nemen we plaats aan onze tafel waar wij onze drankjes en bijgerechten bestellen. De bereide vis wordt niet veel later gebracht. Het is zalig, álles! De volgende ochtend staat in het teken van souvenirs en cadeautjes kopen.

We slenteren door de winkelstraat en zoeken mooie Batik-stoffen uit, sarong- en sjaal en andere snuisterijtjes. Daarna gaan we door naar een zilversmid waar niet alleen het Yogya-zilver wordt verwerkt tot onder andere prachtige filigraan-sieraden, maar dit ook wordt verkocht in de winkel in hetzelfde pand. Het is laat als we terugkomen, we eten gezamenlijk (helaas niet zo lekker) en gaan vroeg naar bed. De volgende ochtend moeten we namelijk vroeg opstaan, dan gaan we met de trein naar de Bromo-vulkaan.


Met een busje worden we opgehaald en bij het station gebracht. Het is weer een luxe trein met airco en veel ruimte. Onderweg gaat het mooie landschap aan je voorbij. Als wij bij het station aankomen waar onze vaste chauffeur Aris al op ons staat te wachten, rijden we naar een prachtige waterval. Er wordt geparkeerd bij een grote parkeerplaats, en vanaf daar nemen we plaats achterop brommertjes die ons een paar kilometer verderop bij deze waterval brengen. Het is nog een behoorlijk stuk lopen, maar de natuur onderweg is echt mooi, we zitten in de jungle. Onderweg zien we nog een paar nieuwsgierige aapjes vanuit bomen en struiken naar ons kijken. De kinderen gaan wel door naar het smalle pad om de grote waterval te bewonderen, maar ik durf de gladde stenen met mijn rug niet aan. Daarna worden we weer teruggereden met de brommertjes en vervolgen wij onze weg naar het hotel bij Bromo.


We komen net voor de zonsondergang aan, maar kunnen nog van het prachtige uitzicht op de Bromo genieten. Het is hier fris, 18 graden, gewoon 20 graden kouder dan waar wij zaten. We kunnen nog even genieten van het uitzicht op onze veranda en die avond eten we in het restaurantje van het hotel. Het is koud, iedereen heeft dikkere kleding aangetrokken. De volgende ochtend worden wij om 4.00 uur bij de parkeerplaats verwacht voor onze dagtrip met zonsopkomst naar de Bromo. We stappen in een hele gave oude Toyota-jeep en scheuren in het donker hoger en hoger het slingerende, smalle bergweggetje op. Onderweg overal dezelfde jeeps in allerlei kleuren. Het is druk, wij zijn niet de enigen die naar de opgaande zon op de Bromo gaan kijken.Als wij ons bij het uitkijkpunt geïnstalleerd hebben, is het in de frisse ochtend wachten op de opkomende zon. Het is erg druk met toeristen, maar het uitzicht is spectaculair!

Nadat iedereen zich heeft vergaapt aan de opkomende zon en het uitzicht op de Bromo moeten al deze toeristen in de jeepjes weer langs dezelfde weg naar beneden. Het is één grote slang van jeepjes naar beneden, tot bijna aan de voet van de vulkaan. Het wordt gelukkig ook wat warmer, en er kunnen wat laagjes kleding uitgetrokken worden. Vanaf de parkeerplaats lopen we naar een tempel. Het is best een stukje klimmen door vulkaanzand- en stof om uiteindelijk bij de trap naar de top van de Bromo te lopen. Ik besluit het stuk van de tempel tot aan de trap gebruik te maken van een paardje. Ook hier is het uitzicht prachtig en de vulkaan erg imposant. Als we klaar zijn met genieten, dalen we de trappen weer af en lopen terug naar de jeep waar we nog een paar mooie foto’s maken. Daarna gaan we naar het hotel, ontbijten we en frissen we ons op om naar de volgende stad te gaan; Surabaya.

Het is er warm, maar best schoon. Het verkeer lijkt hier iets ‘georganiseerder’. Hier logeren we in een prachtig koloniaal pand uit 1910, Majapahit, het voormalige Oranje Hotel. Prachtige kroonluchters, glas in lood en galerijen naar de kamers met allerlei binnenplaatsen. Ook de hotelkamers zijn zeer luxe en ademen de sfeer van toen. In zo’n binnenplaatsje bestelt manlief een koude Bintang en ik een Surabaya sling. Die middag lopen we een klein rondje in de buurt van het hotel, doen een kort dutje en eten daarna bij een de Pizza hut. Ik zie je denken, maar na zoveel rijst is een lekkere pizza met een dikke bodem bij allen zeer welkom! Jongste zoon maakt nieuwe vrienden door (in de hitte!) nog een potje te voetballen met de lokale jeugd.

De volgende ochtend rijden we over een prachtige brug, naar de rode brug die stamt uit de tijd dat de Hollanders daar waren en lopen wij vanaf daar naar ons hotel terug. Daar in de straat eten we een heerlijke lunch, ik had iets met rijst en een gebakken ei, tahoe en een heerlijke saus besteld, met als drankje Cendol! Manlief en ik gaan daarna nog even op cadeautjesjacht, we hebben voor Kevin nog geen cadeautje kunnen vinden. Hier hadden we een zaakje gezien waar je een luchtje kon laten samenstellen, en dat wilden we voor Kevin meenemen als bedankje dat hij en zijn vriendin Eva op ons huis en de dieren hebben gepast. Voor vrouwen is een cadeautje uitzoeken geen probleem, maar voor mannen is het echt lastig om niet iets te kopen ‘om het kopen’. Het is een schattig zaakje met mooie glazen flesjes met geuren erin. Als we klaar zijn, gaan we terug naar het hotel. Bij het ontbijt zag ik dat er ook allerlei taartjes en gebakjes te bestellen waren (onder andere voor de speciale high tea bij het hotel), en ik had de Kue Lapis Surabaya gespot, mijn Indonesische lievelingscake!!

Manlief en ik bestellen een paar stukjes cake en taart en genieten hiervan op de mooie binnenplaats. De ene cake is net een beetje te droog naar mijn zin, maar de Lapis Surabaya is echt zalig!! Die avond eten we bij een Indonesische restaurant, waar oudste zoon erachter komt dat pedis écht pedis is. Hij slokte zelfs mijn Cendol weg om de hitte van zijn tong te krijgen. De volgende ochtend hebben wij ons laatste ritje met Aris. Hij brengt ons naar de airport voor onze vlucht naar Bali.

Als we op Bali aankomen, is het ook hier warm. Er is in de afgelopen jaren heel wat veranderd. De airport is uitgebreid, er zijn allerlei winkels en restaurants bijgekomen en op weg naar Ubud rijden we zelfs over een hele nieuwe tolweg die in het moeras op palen gebouwd is. De wegen zijn goed, schoon en het is een verademing om hier weer inwoners in sarong en kabaja te zien! Bali is zeer van het (bij-)geloof en overal is versiering in de straten, wordt er geofferd bij de verschillende tempels en gebouwen. Elk huis heeft een eigen tempel. Bij Ubud is het druk, veel auto’s en in file door het centrum rijden, waar je je beter met een scooter kunt voortbewegen. Het schattige hotel is net buiten het centrum en ook hier worden we verwelkomd door mensen in inheemse kledij. Het aantal vrouwen van meer dan middelbare leeftijd die iets te vaak de film 'eat-pray-love' hebben gekeken, met 'hippie-kledij' en een yoga-matje onder de arm, is erg hoog.

Het is intussen lunchtijd, en manlief en ik eten bij een restaurantje met prachtig uitzicht over de vallei. Hier is de nasleep van corona duidelijk te merken, de restaurantjes die op Tripadvisor staan, zijn tijdens corona gesloten en niet meer open gegaan. Maar wij lunchen gelukkig heerlijk, onder andere kleine hapjes met sateetjes, loempiaatjes en een Toast met garnalenpasta en sesam. Onze kamer heeft een buitenbadkamer. Het ziet er mooi uit hoor, maar Ubud is iets teveel ‘jungle’ voor mij. Douche en toilet worden zorgvuldig gecontroleerd voordat ik me daar beweeg. Ik heb een spin ter grootte van een hele grote hand op 20 meter afstand van onze kamer gezien… Hier neemt jongste zoon helaas afscheid van ons, hij gaat naar de villa die hij met vrienden heeft gehuurd om daar zijn vakantie te vervolgen.

De volgende ochtend gaan we het centrum in om naar een tempel te gaan. Helaas is deze gesloten. Het paleis niet ver hier vandaan is gelukkig wel open, marktjes in de buurt en ook een grot niet al te ver weg wordt bezocht. Die avond koken en eten wij met een Balinees gezin. Het is leuk, eerst als welkom een kokosnoot met een rietje, en daarna helpen met snijden van dat wat er klaargemaakt moet gaan worden. Natuurlijk heb ik alles genoteerd, zodat ik deze recepten binnenkort ook met jou kan delen. Er is een klein afgesloten keukentje met 2 pitjes, een klein aanrecht en een koelkast. Buiten is er een klein zitje met een tafel waar de voorbereidingen voor het avondeten gebeuren, met daarnaast een klein gedeelte waar je af kunt wassen en waar de pannen opgeslagen liggen. Moeder en dochter geven ons aanwijzingen wat er gesneden moet worden, of wat er in of uit de pan gehaald moet worden.

Het eten is heerlijk, dat eten we buiten op een soort verhoging die overdekt is. Daar eten zij elke avond en daar ligt ook de rijst te drogen als er is geoogst. Helaas heb ik geen kijkje kunnen nemen bij de huistempel, het was al donker toen wij daar aankwamen. Een tante en de oma zitten in een gedeelte naast de buitenkeuken nieuwe bakjes te maken van palmbladeren en vullen die met onder andere bloemblaadjes om die te kunnen offeren bij onder andere de huistempel. Het is laat als we weer richting ons hotel gaan, maar wat was het leuk (en lekker)!

De volgende ochtend hebben we een fietstour door de sawa’s. We hebben een hele vriendelijke chauffeur die ons bij het beginpunt brengt. Het zijn gelukkig e-bikes, anders had ik deze tocht over moeten slaan. Het is schitterend! Die prachtige bedden met daarin de rijst, in terrasvorm tegen de bergen en heuvels aan. We stoppen onderweg meermaals om van het uitzicht te genieten. Aan het einde van de tocht lunchen we een heerlijke maaltijd met uitzicht over de sawa’s. Iedereen geniet met volle teugen. Op de weg terug, rijden we nog naar de ‘Witte Boom’. Deze boom zou rond de 700-750 jaar oud zijn. Wat een imposante boom! Hij is echt prachtig! De volgende ochtend vertrekken we met een busje met chauffeur richting onze laatste bestemming, Sanur.

Onderweg hebben we nog wat tijd, want inchecken kan pas vanaf de middag. Daarom gaan we nog naar een prachtige waterval waar jongste zoon ook geweest is. Dan nog naar een vogelpark, waar ik zo een paar vogeltjes mee naar huis had willen nemen. Eenmaal bij Sanur aangekomen, lunchen we Indiaas. Wat hebben we daar lekker gegeten! Alles was goed op smaak en ook pittig als dat was aangegeven op de kaart. Hier is het een andere warmte dan bij Ubud. Zon, droog en niet ‘vochtig warm’. Bij het hotel is het prachtig, meerdere zwembaden en onze kamer op zo’n 150 meter van het strand. Manlief en ik gaan nog even de zee in, maar doen daarna een dutje in de koele kamer. In de avond eten we ergens in de stad. De volgende ochtend ontbijten we, en zien we ook hier de ‘handdoeken-maffia’ aan het werk. Handdoeken worden op ligbedjes neergelegd, om vervolgens andere dingen dan op het bedje liggen te doen. Ik heb die ochtend een mooi plekje op een ‘drijvend eiland met bedjes’ in de zee.

Daar begin ik eindelijk weer eens aan een boek lezen, en ben daar zelfs een beetje verbrand! Nu is 1 dag niets doen en lezen goed te doen, maar de tweede dag word ik daar toch wat onrustig van. Dan maar even de stad in! Ook maar een middagje snorkelen, want dat stilliggen zijn we al snel zat. Het snorkelen is echt heel erg mooi. Visjes met allerlei felle kleuren die nieuwsgierig even komen kijken en het brood dat wij kregen om de vissen te voeren wordt gretig uit onze hand gegeten.

In de avond hebben we een diner afspraak! Onze vrienden zijn ook in Sanur en we hebben die avond afgesproken bij een leuk restaurantje aan de zee. Wat ontzettend fijn, maar bovenal heel bijzonder, om elkaar aan de andere kant van de wereld te zien! Het is een heerlijke avond, het eten is lekker en we kunnen heerlijk bijkletsen van wat we allemaal gezien hebben in Indonesië. Zij gaan de volgende dag weer naar huis. Wij hebben die dag nog een rondje stad gedaan en verder een beetje aan het strand en het zwembad gehangen. Ik had een mooi ligbedje met scherm kunnen bemachtigen, en daar lees ik verder in mijn spannende boek.

De volgende dag zullen ook wij huiswaarts gaan, dan zit onze vakantie er helaas alweer op. Bij Denpasar (luchthaven) aangekomen, eten we nog bij een restaurantje, Wolfgang Puck. Ik bestel de ‘Tempura snapper met basilicum mayonaise, gegrilde asperges en courgette, cherrytomaatjes en friet’, en jeetje mina, ik heb nog nooit zo lekker op een luchthaven gegeten! Het is gewoon minstens een ‘Bib-gourmand’-gerecht! Compleet met eetbare bloemetjes, zalig! De terugreis is echter wel erg lang, eerst natuurlijk wachten totdat we naar de luchthaven konden, daar door de douane en weer wachten, een vlucht van 9 uur, 4 uur transfer en dan een vlucht van 7 uur. Ook al slaap je in een vliegtuig, je rust niet echt uit. Maar het is wel zalig om weer thuis te komen en eindelijk de hele dierentuin weer te kunnen begroeten en te knuffelen! Er is goed voor de dierentuin gezorgd, maar ze zijn gelukkig ook allemaal weer erg blij dat wij weer thuis zijn! Waar ik eerst dacht dat de vakantie wel in orde was en we niet zoveel gedaan hadden, moest ik bij het nazien van alle foto’s wel heel hard om mezelf lachen, want het is echt een prachtige (culinaire) reis geweest. Waarschijnlijk de laatste grote reis met de kuikens erbij, maar deze weken samen neemt niemand ons meer af!!

En dan nu het recept! En hoewel ik van kokkerellen houd, deze is serieus werk en raad ik je aan alleen te maken als je een keukenmachine hebt. Maar hemeltjelief, het is het ‘werk in de keuken’ ook echt wel waard; De Kue Lapis Surabaya!!! Er gaan 36 eidooiers (!!!) in, maar dan héb je ook wat! De eiwitten kun je weer gebruiken voor mooie andere dingen, zoals bijvoorbeeld een Pavlova. Of als je een cake of taart luchtiger wilt hebben, klop je er 3 of 4 stijf en vouw je dat door het cake- of taartbeslag. Of een omelet met alleen eiwitten. Maar ik heb de eiwitten ingevroren (per 6). Binnenkort heb ik een bbq bij mij thuis, en komen deze goed van pas voor het dessert. Mocht je een keer trek hebben in een heerlijke Indonesische cake/taart (zoiets mag je eigenlijk geen cake meer noemen), echt; Maak ‘m!



55 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page