Na onze Indonesië-reis had ik al aangegeven dat mijn ‘Indonesisch vuur’ was aangewakkerd. Als een medejager dan appt dat hij Ayam Opor maakt, beginnen mijn speekselklieren te werken. Bij de Aziatische supermarkt in Alphen aan den Rijn, waar ik vorige week zaterdag was, had ik al een aantal producten meegenomen. Maar ik kwam erachter dat er nog wel wat ontbrak in mijn keukenlades en koelkast. Voor de Ayam Opor greep ik mis met de Djeroek poeroet, maar ook de (grote) gedroogde chilipepers, pandanblad en een goede stoompan (let wel; een pan voor op het gasfornuis, niet de elektrische rijstkoker) voor de Roti Kukus ontbrak ook. Op naar de Toko, Adoeh seh!
Deze Toko bij Laagraven durf ik aan, ze hebben wel een aantal kant-en-klaar-gerechten, maar niet de spullen waar ik van ‘doordraai’ en voor een heel weeshuis in mijn karretje gooi. Ze verkopen wel de sambal die ik verschrikkelijk lekker vind (daar gaan een paar potjes van mee), en ik neem ook wat Kwee Lapis mee. En ook een zakje geplette Melindjo-noten waar je lekker Emping van kunt bakken. Ik weet wel dat mijn moeder in deze winkel wél haar karretje volgegooid zou hebben, want veel spullen die daar nu liggen, waren een aantal jaar geleden nog niet te koop in Nederland. Helaas hebben zij niet de stoompan die ik zoek, wel eentje van het formaat ‘weeshuis’ voor een ‘zacht prijsje’. Maar voor alleen de Roti Kukus is dat een beetje overdreven. En wat doe je in zo’n geval?
Dan bel je je Indo-vriendin en vraag je of zij zo’n pan heeft en of je die even een weekje kunt lenen. Mireille heb ik in mijn middelbare schooltijd leren kennen, zij kreeg verkering met een vriend van mij, Michel. Helaas verloren Michel en ik elkaar tijdens onze studies uit het oog, maar kwamen we elkaar weer tegen toen manlief en ik naar Woerden verhuisd zijn. Nog steeds allemaal bij elkaar, intussen getrouwd en mooie zonen op de wereld gezet.
Eenmaal aan de koffie en een stukje Kwee Lapis kletsen we gezellig bij. In plaats van heel even te blijven, giechelen we weer heel wat af en stap ik bijna 2 uur later weer in de auto. Ik heb de stoompan mee, dus van de week zal ik de Roti Kukus kunnen maken. Ik moest erg lachen om haar geëmailleerde stoompan, die had mijn moeder vroeger óók. (En waarschijnlijk elke moeder van een Indo van mijn leeftijd!) Eenmaal thuis kom ik erachter dat ik de Pandanpasta vergeten ben, dus Klepon maken zal ik over moeten slaan. Maar, ik had nu wel alles dat nodig is voor de Ayam Opor. Hiervoor gebruik ik wel een keukenmachine, want alles eerst fijnsnijden en dan fijn stampen in de tjobek is veel werk. Als de keukenmachine zijn werk heeft gedaan, duurt het fijnstampen minder lang, dat scheelt echt veel werk. Ik bak ook de Emping nog, en omdat de olie toch heet is, meteen een paar bitterballen, gewoon… omdat ik daar trek in heb (zie het tegeltje hieronder 😉). Het huis geurt heerlijk naar de boemboe, de rijstkoker doet ondertussen zijn werk en wij kunnen die avond heerlijk van de Indonesische kip genieten. Binnenkort de Roti Kukus, Selamat makan!
Comments