top of page
  • Monique Jansen

Lekker dessert, dit keer met eieren

Bijgewerkt op: 17 nov. 2022


Vandaag geef ik je het recept van een Semifreddo met eieren. Er staat hier al een recept van online, maar deze is gemaakt met eieren. Daardoor is deze nòg romiger en voller van smaak. Je houdt het luchtig doordat de eiwitten apart stijf geklopt worden en door het mengsel gevouwen worden. Ik heb hier abrikoosjes en frambozen gebruikt, maar met Semifreddo kun je alle kanten op wat fruit betreft. Nu in de herfst zouden pruimen er ook goed doorheen gemengd kunnen, of mandarijntjes. En dan een snufje kaneel en een mespuntje gemalen kruidnagel voor een herfsttintje.

Ik heb weinig foto’s gemaakt de afgelopen dagen. Doordat er in de straat aan de waterleiding en de gasleiding wordt gewerkt, is het zowel buiten als binnen één grote zandbak. Maandag-poetsdag was geen overbodige luxe. Helaas zie je daar weinig meer van als ik na de middagwandeling weer thuis kom met de hondjes.

Ik kan nog wel een paar foto’s van de afgelopen Duitsland-jacht uitleggen. Hoeveel werk er in organisatie en qua regels er bij zo’n jacht komt kijken. Van tevoren wordt je uitgenodigd. Als je je opgeeft, moet je in het bezit zijn van meerdere stukken. Je Nederlandse jachtakte, een Duitse jachtakte, een Europees Wapenpas en een document voor Kündige Person (dan zou je moeten kunnen ontweiden, de buit openmaken en op de juiste manier de ingewanden eruit moeten halen. In Nederland moet je daar een examen in doen en als je slaagt, ben je gekwalificeerd persoon. Daarbij leer je onder andere ook ziektes herkennen, zodat er geen slecht vlees op iemands bord beland.) Als je aan drijfjachten van de Staat deelneemt, moet je een Schiessnachweis laten zien. Dan laat je niet alleen zien dat je hebt geoefend, maar daarbij heb je ook examen positief afgerond op 3 onderdelen met de kogelbuks. Ook is het verplicht signaalkleding te dragen. Een oranje hesje en eventueel nog een oranje hoed of pet, zodat je voor de jagers in het veld goed zichtbaar bent.

Deze drijfjachten waren op een Militair Oefenterrein. In de tijd dat de Sovjets hier nog zaten, wonen en werkten hier zo'n 20.000 man. Als je hier aankomt, volg je de borden ‘Jagd’. Soms brandt daar ook een Zweedse fakkel bij. Vervolgens kom je aan bij een aantal mensen van de organisatie. Zij hebben de lijst met deelnemers (van tevoren heb je aangegeven wie in welke auto met eventueel nog iemand erbij rijdt) en bij aanmelding krijg je te horen in welke rij auto’s je verwacht wordt aan te sluiten. De eerste auto staat er al in de rijen, die zijn van de Försters. Ook daar meld je je weer aan, worden het Duitse Jagdschein, Kündige Person en het Schiessnachweis gecontroleerd en zet je je handtekening dat je de regels hebt gelezen en akkoord gaat. Deze regels heb je ook in de uitnodiging verzonden gekregen. De meesten trekken nog even de laatste kledij aan, zoals signaalhesjes, signaalpet-of hoed of een extra broek of andere schoenen/laarzen. Ook de drijvers en de hondenmensen arriveren. Honden krijgen kevlar vesten aan en hun GPS-apparatuur om. Hierop staan telefoonnummer van de eigenaar en vaak ook de naam van de hond. Als iedereen er op het afgesproken moment is, verzamelt iedereen zich in een halve kring voor de Betriebsbereichsleiter.

Hij heet iedereen welkom, vraagt of alle groepen compleet zijn en of iedereen zijn eigen groep heeft kunnen vinden. Daarna een verhaal over waar we op het terrein zullen zitten, wat er geschoten mag worden, wanneer de jacht begint, dat men absoluut niet de post mag verlaten en zeer zeker geen eigen nazoek mag verrichten. Op een militair oefenterrein wordt namelijk ook door militairen geoefend, logisch dat er spullen ergens zouden kunnen liggen die gevaarlijk kunnen zijn. Er wordt gevraagd het te melden als je iets ziet dat er gevaarlijk uitziet. Natuurlijk is een speciaal afgescheiden stuk waar door militairen geschoten wordt, maar je wordt geacht waakzaam te zijn. Dan wordt gezegd dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen schot en vraagt hij aan de Försters en de leider van het nazoekteam of zij nog aanvullingen hebben. Hier wordt nog eens nadrukkelijk gezegd dat er geen eigen nazoek mag worden gedaan, dat elk afgegeven schot gecontroleerd wordt, en de schutters worden geacht tijdstip, waar het schot geplaatst is, hoe het dier tekende toen het door het schot geraakt werd en waar het (eventueel, als het stuk niet ligt) naartoe gerend is. Ook al heb je mis geschoten, elk schot wordt gemeld. Er wordt gezegd hoe laat de drijfhonden losgelaten worden en hoe laat de jacht ten einde is (Hahn im Ruh).

Vervolgens wensen zij iedereen Waidmannsheil en zeggen de jagers Waidmannsdank. Iedereen gaat naar de auto en wacht totdat de auto van de Förster die vooraan staat gaat rijden. Dat gaat dus per rij/groep auto’s. Onderweg stoppen we een aantal maal om iemand bij een hoogzit af te zetten. De rest rijdt daarna door achter de Förster aan. Je parkeert je auto een beetje strategisch en dan ga je naar je hoogzit. Daar pak je de spullen die je nodig hebt en laad je je wapen. Ik kijk nog met mijn afstandsmeter welke afstanden ik zo ongeveer om me heen heb en wat veilig en weidelijk is om te kunnen schieten. Daarna waar het wild zo ongeveer vandaan zou kunnen komen en of er wissels (looppaden van wild) te zien zijn. Dan begint het alert zijn en wachten op wat gaat komen.

Als het einde jacht is, pak je je spullen weer in, en mag je naar je auto lopen of blijf je bij je hoogzit wachten totdat de Förster je weer ophaalt. Er wordt altijd gevraagd of je iets hebt gezien of hebt geschoten. Als je iets hebt geschoten en het stuk ligt, mag je het ontweiden en het dichterbij de weg slepen. Als je hebt geschoten, maar hebt gemist, markeer je de aanschotplek met een stukje (gekleurd) papier of bijvoorbeeld een zakdoekje. Als er nog een drijfhond bij je in de buurt is, geef je die wat water (die zijn meestal helemaal kapot en dorstig van door het bos rennen en blaffen) en neem je de hond mee naar de verzamelplek. Je rijdt weer achter de Förster aan naar de andere jagers die eerder zijn afgezet en vervolgens naar de verzamelplek.

Daar treffen jagers, drijvers, honden en hondeneigenaren zich weer. Van ingewanden die meegenomen zijn, wordt hondenvoer gemaakt voor een paar drijfhonden, in dit geval maag, slokdarm, lever en hart. Meegenomen honden gaan weer terug naar de eigenaar. Dit is ook de plek waar het wild wordt verzameld en het tableau wordt gelegd. Hier kun je een kom warme soep of een broodje warme worst en iets te drinken kopen, zien jagers elkaar weer en kan iedereen, terwijl de jagers in groepjes binnenkomen, even wat eten, drinken en bijkletsen.

Het wild dat binnen komt wordt gewogen en vervolgens op het tableau gelegd. Bij de wilde zwijnen wordt een ASP (Afrikaanse Zwijnen Pest)- en een trichine-proef afgenomen. Het wild wordt ‘doodgeblazen’ met de jachthoorn. De Betriebsbereichsleiter deelt de breuken (takken) uit aan de jagers die buit hebben, dankt alle jagers en drijvers. Ik heb een keer meegemaakt dat er een stuk wild op het tableau lag dat niet geschoten mocht worden. Ook dat er een keer een stuk lag dat echt slecht geschoten was, en vervolgens ook verkeerd ontweid. Deze jager heeft in het bijzijn van iedereen de oren gewassen gekregen, en ik denk niet dat hij nog een keer een uitnodiging zal krijgen. Dan is de jachtdag afgelopen en gaat iedereen huiswaarts.


Jacht, vooral drijfjachten, zijn toch altijd een beetje spannend. Spanning door wat er allemaal gaat gebeuren, maar ook omdat er wapens in het spel zijn. Het gebeurt wel eens dat een hond wordt beschoten, of zelfs aangevallen door wilde zwijnen. Toen ik in het hotel aankwam afgelopen keer, was daar een Duitse Staande Korthaar met ruim 30 cm. aan krammen in zijn achterpoot en een lampenkap om zijn nek, aangevallen door een zwijn. Of zoals een jaar geleden, dat je ineens oog in oog staat met een wolf! Er blijken 4 roedels wolven te wonen op dit terrein. Er komt een hoop bij kijken, zo’n drijfjacht, helemaal voor de organisatie.




45 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page