Suikeramandelen

Doe de suiker, vanillesuiker, kaneel en het water in een pan met dikke bodem. Breng het geheel op hoog vuur aan de kook terwijl je met een houten lepel doorroert. Als het kookt, kunnen de amandelen erbij. Zodra het gaat borrelen, het vuur op medium hitte en blijven roeren. Je zult nu zien dat het water verdampt. Blijf erbij en blijf roeren!

Zodra het eruit ziet dat de suiker weer een ‘losse’ massa (als losse suiker) wordt, zet je het vuur weer hoog en blijf je constant roeren. Zodra de suiker dan weer gaat smelten, kun je het vuur temperen naar medium-hoog terwijl je de massa blijft roeren. Je zult nu zien dat de amandelen een laag gekaramelliseerde suiker krijgen. Als je het hoort ‘knakken’ in de pan, is het klaar. Neem een bakpapier en stort hier de amandelen op. Verdeel de amandelen goed over het bakpapier, zodat je deze zoveel mogelijk los van elkaar hebt liggen. Doe dit met de houten lepel, de suiker is loeiheet! Laat afkoelen op het bakpapier.

Als het is afgekoeld, kun je het in een bakje doen en eventuele aan elkaar vastgekleefde amandelen losmaken.