Spaanse amandeltaart

Bodem:

Doe alle ingrediënten voor de bodem in een ruime kom en meng dit mooi tot een egaal deeg. Maak er een bal van, druk deze plat en doe hier wat keukenfolie omheen. Laat een uurtje rusten in de koelkast.

Vulling:

Haal het deeg uit de koelkast. Verwarm de oven voor op 180 graden (onderwarmte). Maal de amandelen in de keukenmachine fijn. Klop de eiwitten stijf in een ruime kom. Neem een tweede ruime kom en klop hierin de eidooiers, suiker, citroenrasp- en sap, zout, amandelextract en de amandel-notenlikeur tot een romige, lichtgele massa. Schep dan de  gemalen amandelen door het beslag. Voeg dan 1/3 van de geslagen eiwitten door het beslag, dat heet familie maken. Voeg de laatste eiwitten toe en vouw dit erdoorheen.

Rol het deeg voor de bodem uit op een met bloem bestoven aanrecht. Neem een springvorm van 24 cm doorsnede, doe een bakpapier op de bodem, vet de randen en de zijkanten in met wat boter en bestuif met wat bloem. Bekleed de springvorm met het deeg voor de bodem, de randen kun je op ongeveer 4 centimeter hoogte wegsnijden. (Van het deeg dat over is, kun je een rolletje maken en daar koekjes van snijden en de laatste 20 minuten meebakken met de taart.)

Vul nu de springvorm met de vulling en strijk de bovenkant glad. Zet de taart in de oven en bak deze 20 minuten met de onderwarmte. Zet na deze 20 minuten de oven op hete lucht en verlaag de temperatuur naar 170 graden. Bak de taart in nog eens 15-20 minuten gaar en goudbruin. Prik met een sateprikker of de taart in het midden gaar is. Hij mag een beetje ‘wiebelig’ zijn in het midden. Laat buiten de oven afkoelen met een stukje aluminiumfolie er overheen.

Bestrooi de afgekoelde taart met wat poedersuiker. Ik heb een stukje kant gebruikt voor een grappig effect.