Shortbreadkoekjes met aardbeien-chocoladevulling

Shortbreadkoekjes:

Meng de boter en de poedersuiker tot een romige massa. Voeg de bloem, het vanille-extract en het snufje zout toe. Meng alles goed door elkaar. Maak er een bal van, die je weer wat plet (dat rolt gemakkelijker straks) en laat 30 minuten rusten in de koelkast in huishoudfolie.

Vulling:

Was de aardbeien en haal de kroontjes eraf. Pureer de aardbeien met een staafmixer. Haal dit door een fijne zeef, druk het erdoor heen met de bolle kant van een lepel. Doe de puree in een klein steelpannetje.

Laat de puree op medium-laag vuur warm laten worden en laat de chocolade in stukjes hierin smelten. Als de chocolade gesmolten is, zet dan apart en laat afkoelen. Als het is afgekoeld kun je het in een spuitzak doen en eventueel in de koelkast bewaren.

Neem het koekdeeg uit de koelkast en rol het met een deegroller uit tot ongeveer 3-5 mm dikte op een met bloem bestoven aanrecht/werkblad. Steek rondjes uit het deeg en plaats deze op een bakplaat met wat bakpapier er op. Bak de koekjes in een voorverwarmde oven op 175 graden in ongeveer 10-14 minuutjes gaar en goudbruin.

Laat op een rooster afkoelen.

Samenstellen:

Neem een koekje en verdeel de aardbeien-chocolade over de 'onderkant'. Neem vervolgens een ander koekje en plaats de 'onderkant' op de vulling.  Bestuif de koekjes eventueel met wat poedersuiker.