Pompoentaart

Halveer de pompoen en verwijder de pitten met een lepel. Plaats de helften in een ovenschaal en gaar de pompoen in ongeveer 50-60 minuten in de oven op 190 graden. Haal uit de oven en laat afkoelen.

Neem een ruime kom en kneed hierin de roomboter, 150 gram suiker, bloem de helft van het citroenrasp en het zout tot een kruimelig deeg. Bekleed de bodem van een springvorm (22-24 cm.) met een bakpapiertje. Strot het deeg uit in de bakvorm en druk het overal goed aan. Maak het deeg bij de randen ietsje hoger met je vingers. Laat de vorm 30 minuten rusten in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 180 graden. Neem de vorm uit de koelkast en bak de bodem in 20-22 minuten. Maak intussen de vulling: Neem weer een ruime kom. Pel de schil van de pompoen en doe het vruchtvlees in de kom. Prak het vruchtvlees fijn. Voeg dan de suiker, eieren, slagroom, melk, de speculaaskruiden, het gemberpoeder, het laatste van de citroenrasp en het sap van de citroen toe. Meng alles goed door elkaar met een garde, zodat je een egale massa krijgt. Niet schrikken van hoe ‘dun’ de vulling is.

Haal de bodem uit de oven en stort de vulling uit in de vorm en zet de temperatuur terug naar 160 graden. Bak de taart in ongeveer 65-75 minuten gaar. De taart mag nog wat ‘wiebelig’ zijn, dan is deze juist lekker smeuïg. 

Laat afkoelen en vervolgens een paar uur opstijven in de koelkast. Rooster de pompoenpitten in een koekenpan en verdeel deze over de taart net voor het serveren.