Paté met walnoten

Neem een koekenpan en laat hierin een klein beetje roomboter smelten om de speklappen aan beide kanten bruin en gaar te bakken. Schep uit de pan en bak in het vet van de speklappen vervolgens de gesnipperde ui en de knoflook aan. Zodra deze glazig worden, blus je dit af met de Madeira en de sherry. Laat de alcohol verdampen (dit kun je ruiken). Haal van het vuur en zet apart.

Snijd de gebakken speklappen in grove stukken en doe deze vervolgens in de keukenmachine. Maal deze fijn. Doe dan alle, op de walnoten en het katenspek na, bij de gemalen speklappen. Maal dit vervolgens heel fijn, zodat je een egale dikke brij hebt. Neem een patévorm (met klemdeksel) en bedek de bodem en de randen dakpansgewijs met het katenspek. Laat het iets overlappen, zodat je het straks als een dekentje terug kunt slaan over het patémengsel. Vul dan de helft van de vorm met het paté-mengsel, verdeel dan de walnoten over het mengsel en vul vervolgens de rest van de vorm met het patémengsel. Maak het niet te vol, het deksel moet er nog op met de klemmen. Vouw dan het overhangende spek terug als een dekentje en plaats het deksel met de klemmen op de patévorm.

Als je wat van het patémengsel over hebt, kun je dit in een ovenschaaltje of een patéschaaltje doen (of een ramequin). Hier kun je wat nootjes op doen, of een blaadje laurier. Dek dit schaaltje goed af met wat aluminiumfolie.

Verwarm de oven voor op 150 graden. Neem een ruime ovenschaal, doe hier de patévorm in en vul de schaal zo ver mogelijk met kokend water. Zet de schaal in de oven en bak de paté in 60 minuten gaar. Haal de paté uit de ovenschaal en laat op kamertemperatuur afkoelen. Pas als deze is afgekoeld, kun je de klemmen verwijderen en de paté uit de houder halen. Als je een extra bakje paté had, kun je die gewoon zo op tafel zetten en vanuit het schaaltje scheppen en smeren 😉.