Nestjes met ricotta, slagroom en zomerfruit

Meng voor het deeg de bloem, suiker, citroenschil- en sap, het snufje zout en het bakpoeder in een kom, voeg de boter toe en kneed tot je een zandmengsel krijgt. Voeg de eierdooiers toe en kneed alles, tot je een homogeen deeg van korstdeeg krijgt, wikkel het in plasticfolie en laat het zeker 30 minuten rusten in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 180 graden (intensieve onderwarmte). Rol het deeg uit op een met bloem bestoven aanrecht steek met een vorm of snijd cirkels die iets groter zijn dan de vorm waarin je deze gaat bakken. Smeer de vormen in met wat boter en bestuif deze met wat bloem. Plaats de deegrondjes in de vorm en druk de zijkanten goed aan.

Neem een ruime kom en klop hierin met een garde de ricotta samen met het ei, de suiker, de citroenrasp- en sap en het vanille-extract. Verdeel de vulling over de deegvormpjes.

Bak de taartjes in ongeveer 30 minuten gaar en de deegranden goudbruin. Haal de taartjes uit de oven en laat deze afkoelen. Haal de taartjes uit de vorm voordat je deze gaat afmaken. Ze moeten wel helemaal afgekoeld zijn voordat je de slagroom er op doet.

Klop de slagroom stijf. Doe er eventueel een klein beetje suiker bij. Doe een klodder slagroom op de ricotta-vulling en versier de taartjes met vers fruit (aardbeien, frambozen, bramen en/of blauwe bessen). Je zou er eventueel nog wat poedersuiker overheen kunnen strooien.