Linzer taart

Neem een ruime kom en meng hierin met een garde de bloem, het bakpoeder, de specerijen en het snufje zout. Doe vervolgens de boter en de 2 eiwitten en 1 dooier erbij. Kneed het snel om tot een glad deeg. Maak een bal van het deeg, maak plat en verpak het in keukenfolie. Leg zeker een half uur te rusten in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 180 graden (boven- en onderwarmte). Neem een ronde vorm (26 cm.) en vet deze in met wat roomboter of bakspray. Bestuif met wat bloem. Doe wat bloem op het aanrecht en rol van iets meer dan de helft van het deeg de bodem en de zijkanten van ongeveer 5 mm dikte uit. Leg de bodem en zijkanten in de bakvorm en snijd de bovenkant weg.

Neem een kom, doe hierin de jam. Roer het even los met een garde. Verdeel de jam over de taartbodem.

Rol het overige deeg uit en snijd daar stroken van 3-5 cm. van. Verdeel deze over de taart, zodat je een ruitvorm krijgt. Dit is geen vergevingsgezind deeg. Zet het uit je hoofd om de stroken om en om te leggen voor een mooier ruitpatroon. Plaats eerst de ene strook, en leg de andere er overheen. (Het is wel zo lekker dat je even door moet zetten en 2 x tot 10 moet tellen!)

Doe de eetlepel melk bij de eidooier en meng het even door met een vork. Bestrijk de bovenkant van het deeg met dit mengsel. 

Bak de taart 20 minuten in de oven. Zet de oven daarna op hete lucht en bak nog 7-10 minuten, zodat de taart mooi goudbruin wordt.