Kroketjes met jámon ibérico en fazant

Neem de blaadjes gelatine en doe deze in een bakje met koud water. Neem een ruime pan en laat hierin de roomboter smelten op medium hitte. Doe vervolgens de Iberico ham erbij en bak deze een minuutje mee terwijl je soms even omroert. Voeg dan de bloem erbij en laat ook de bloem een minuutje of 2-3 meebakken terwijl je soms even roert. Voeg dan een derde van de melk toe terwijl je blijft roeren, dan nog een derde van de melk en roer en daarna het laatste beetje totdat je een mooie egale massa zonder klontjes hebt. Voeg dan de blaadjes uitgeknepen gelatine, het fazantenvlees, het geprakte gekookte ei en het zout en peper toe. Meng goed door elkaar. Stort de ragout uit over een grote ovenschaal en dek af met een keukenfolie. Laat minstens 6 uur opstijven in de koelkast, maar het liefst een hele nacht.

Bestuif je handen met wat bloem, neem een beetje ragout, ongeveer een eetlepel, en maak daar balletjes van. Maak deze een beetje platter, zodat je een mini-kroketje krijgt. Rol deze door een beetje bloem en leg deze op een ovenschaal waar je een stukje keukenfolie of hebt gedaan. Doe dit ook met de rest van de ragout. Laat de kroketjes minstens 30 minuten rusten in de koelkast.

Neem een frituurpannetje, vul deze met zonnebloemolie en verhit tot 170 graden. Neem 3 diepe borden of kommetjes. Vul eentje met de bloem, een tweede met de panko en de derde met de eieren. Klop de eieren los. Neem een kroketje, haal deze eerst door de bloem, dan door het geklopt ei en daarna door de panko. Doe dit ook met de overige kroketjes. Als de olie heet genoeg is, bak je de kroketjes (per 3 of 5, afhankelijk van de grootte van de pan en de hoeveelheid olie) goudbruin en gaar. Je kunt aan het geluid van de olie horen wanneer ze klaar zijn. Laat uitlekken op wat keukenpapier.