Bramentaart

Doe alle benodigdheden voor de het deeg in een kom en kneed het vlot tot een soepel deeg. Kneed het vooral niet te lang, dan wordt het taai. Als het te 'plakkerig' is, doe er dan wat bloem bij. Maak er bal van en maak deze plat. Doe hier huishoudfolie omheen en leg minstens 30 minuten te rusten in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 180 graden. Kneed het deeg nog heel even, dan rolt het gemakkelijker uit. Rol het deeg uit op een met meel bestoven aanrecht. Neem een stuk bakpapier en doe dit op de bodem van een springvorm. Bekleed de bodem met het deeg en bak dit in ongeveer 15-20 minuten goudbruin. Laat afkoelen.

Doe de gelatineblaadjes in een kommetje met koud water. (De zaadjes van het vanillestokje haal je eruit door de peul door midden te snijden en de achterkant van je mes langs de binnenkant van de peul te schaven. Daarna kun je de peul in een pot met suiker doen, dan krijg je zelfgemaakte vanillesuiker;-))  Neem een grote kom en meng hierin met een garde de mascarpone, poedersuiker, de zaadjes van het vanillestokje, de citroenrasp en de rum door elkaar tot een mooi egaal mengsel. Proef of je het zoet genoeg vindt, anders doe je er een beetje poedersuiker bij.

Neem de koffiemelk en verwarm dit in een steelpannetje (het hoeft niet te koken, het moet alleen de gelatine laten smelten). Zet het vuur uit en doe hier de uitgeknepen gelatineblaadjes bij en roer zodat er een gladde massa ontstaat. Laat even afkoelen! Roer deze massa weer door de topping tot een glad mengsel. Stort dit vervolgens op de inmiddels afgekoelde taartbodem en strijk het glad met een paletmesje. Verdeel hierover de bramen.

Neem een klein steelpannetje en verwarm hierin de jam met een paar eetlepels water. Even goed mengen en dit over het fruit met een kwastje smeren. (Dan glimt het fruit mooi en het wordt iets zoeter van smaak.)

Zet nog even in de koelkast om ‘uit te harden’. Garneer met de blaadjes munt.