Bosbessentaart

Deeg:

Verwarm de oven voor op 180 graden. Neem een kom en doe hier het water en de eieren. Kluts even door elkaar. Neem een ruime kom en doe hier de bloem, boter, reuzel, citroensap en -rasp, de suiker en het snufje zout. Meng het snel met je vingers tot een soort broodkruim. Voeg dan beetje bij beetje het water-ei-mengsel erdoorheen. Je hebt waarschijnlijk niet alles nodig! Dus beetje bij beetje totdat je een mooi, uitrolbaar deeg hebt.  Verdeel het deeg in twee delen, eentje (bodem met randen) iets groter dan het andere deel (deksel). Rol het deeg voor de bodem en de randen op een met bloem bestoven aanrecht uit tot een mooie ronde lap. Leg deze in een met wat boter en daarop wat bloem bestoven taartvorm. Laat de randen iets overlappen.

Vulling:

Neem een ruime kom en doe hierin de blauwe bessen, de suiker, maïzena en de rasp en het sap van de halve citroen. Meng alles goed door elkaar. Stort het blauwe bessenmengsel  op de taartbodem en verdeel gelijkmatig.

Afmaken:

Rol van het laatste stuk deeg een lap en snijd deze in lange repen (zo dik als je zelf mooi vindt). ‘Vlecht’ de lap zoals op de foto (maar dan op een bakpapiertje). Snijd de randen van het deeg in de taartvorm een beetje bij en doe daar waar het deksel op komt wat geklutst ei met een kwast op de deegrand. Plaats het vlechtwerk op de taart, druk de randen iets aan en smeer het deksel in met wat van het geklutste ei. Doe hier wat suiker overheen en zet de taart in de oven.

Laat de taart in ongeveer 50 minuten gaar en goudbruin bakken. Wel iets af laten koelen voordat je ‘m aansnijdt. (Als het lukt 😉)