Deze titel heb ik gisteren in ontvangst mogen nemen. Wat dat betekent? Dat je de beste schutter van de jachtdag was. Ik was door mijn lieve vriendin Jacqueline en haar kokkerellende man Jan uitgenodigd voor een Hazendag. Zo’n dag is altijd een groot feest. In het jachtseizoen, op de hazen is dat van 15 oktober tot en met 31 december, wordt je door de jachthouders echt gefêteerd. Je wordt ontvangen met koffie/thee en lekkernijen en voor de lunch en het avondeten is dan vaak ook gezorgd. Het is altijd bijzonder als je voor zo’n jachtdag wordt uitgenodigd, en ik voel me dan ook altijd gevleid als ik een uitnodiging krijg. Daarom stel ik voor om iets lekkers te maken voor bij de koffie. De jachthouders hebben al genoeg te regelen en te organiseren, en voor mij is dat een kleine moeite. Ik heb een Pompoentaart gemaakt, een echte herfsttaart. Het basisrecept heb ik van Carla doorgekregen, maar ik hem ‘m nog een beetje aangepast, waardoor deze iets romiger en kruidiger is.
Het is een klein gezelschap deze dag, mede doordat er twee deelnemers zich helaas hebben moeten afmelden. Wij zijn met 5 schutters en 3 drijvers. Na de koffie wordt de jacht aangeblazen door de jachthoornblazers. Ik heb al zo lang niet geblazen, en sla daarom deze keer even over. Daarna worden alle jagers en drijvers verwelkomd en wordt er verteld wat er deze dag geschoten mag worden. Terugslaande hazen worden niet geschoten, en hazen alleen als ze dwars gaan. Ik ga iets nieuws beleven, ik moet in een sloot staan, nog nooit gedaan… Ik heb (nog) geen lieslaarzen of waadpak, maar kan die gelukkig van Jacqueline lenen, omdat zij en dochter Kyra deze dag zullen drijven met de Flatcoated Retrievers. Ik voel me net Humpty Dumpty met het pak aan, maar ben erg blij dat ik het kan lenen en helemaal dat er voor het pak gekozen is in plaats van de lieslaarzen (maar dat weet ik pas later op de dag).
We rijden naar een boerderij in het jachtveld, waar wij ons klaar maken voor de jacht. Akte, wapen en munitie mee. Ik heb ook een handdoek mee, dat zou volgens Jacqueline handig zijn om het wapen op te leggen als je in de slootkant staat (en dat blijkt inderdaad zo te zijn.) We lopen langs de boer en de koeienstal, waar de meiden nieuwsgierig naar ons kijken. Er wordt verteld wie waar in de sloot gaat zitten en hoe de drijvers zullen lopen. Ik heb nog nooit in een slootkant gezeten, en kijk even van Jan de kunst af hóe je dan het beste in de sloot kunt gaan staan. Ik zit één post verder, naast Jan, de andere jagers weer nog verderop in de slootkant. Ik leg de handdoek neer en leg hier mijn wapen op, zodat deze niet vuil wordt of de lopen gevuld met modder. Als ik eenmaal in de sloot sta, kan ik met mijn knieën steunen tegen de kant, dat geeft gelukkig wat steun, los van het feit dat mijn benen zich hebben vastgezogen in de modder. Als iedereen op post staat, gaan de drijvers lopen. De hazen zijn rillig en gaan al snel in de benen. Er komen twee hazen tussen Jan en mij door. Maar ik ervaar dat niet als een kans, ze lopen redelijk recht op mij af, en zodra ze wel breed gaan, is het te gevaarlijk om te schieten. Ze nemen een grote sprong over de sloot en rennen het weiland achter ons in. Daar zouden we niet op schieten.
Maar dan komt er een haas richting mijn post rennen, staat even stil, en komt weer in de benen. Hij rent mooi dwars en binnen schot, zodat ik hem op de juiste plek kan raken. Ik schiet en met het eerste schot maakt het haas een koprol en ligt. Ik ben blij, want ik vind een hazenjacht altijd spannend omdat het zo’n ‘groot ding’ is. In de tussentijd lopen de drijvers heel wat kilometers heen en weer de weilanden op en af, steeds dichter bij de schutters. Er komen heel wat hazen weg, het is prachtig om te zien. Dan moeten we van positie veranderen, want nu worden de weilanden aan de andere kant van de sloot uitgedreven. En nu ben ik blij met de keuze van het waadpak, want in het midden van de sloot zak ik diep in de modder weg en is de sloot zo diep, dan ik tot en met mijn kruis in het water sta. Snel til ik mijn jas hoger, breng mijn wapen op de kant in veiligheid, en probeer zonder te vallen nog een stap te nemen, zodat ik weer tegen de kant kan leunen. De drijvers gaan weer lopen en nu heb ik weer buit. Ook de andere jagers hebben kansen en buit. Volgens Jacqueline zijn er bij de ochtenddrift 45 hazen op gegaan, maar wij hebben 7 hazen en een eend kunnen schieten en binnen. Waidmannsheil wordt gedeeld en de buit wordt in de aanhanger gehangen, waarna de jachthouders voor een lekkere lunch hebben gezorgd die we bij de geparkeerde auto’s nuttigen. Lekkere belegde broodjes, krentenbollen, ontbijtkoek en fruit. De wolken geven de zon ruimte, en zo kunnen we droog en in het zonnetje genieten van de lunch. Er staat gelukkig een dixie, dat maakt het voor de dames in het gezelschap gemakkelijker om even te plassen. (Helemaal met een waadpak aan!)
Na de lunch rijden we naar de volgende weilanden in het jachtveld. Ook hier is er een sloot waar de geweren in gaan staan. Deze sloot is gelukkig minder diep dan die in de ochtend. Ik heb binnen een half uur 3 hazen kunnen schieten, en vraag de jachthouder of ik nog wel door moet gaan met schieten. Dat mag, omdat er voldoende hazen in het veld zijn. Ik krijg nog wel kans op een haas, maar dat is een ‘halfje’ (een jong haas) en laat die lopen. Elk geweer heeft kansen gehad en ook goed benut. De hazen worden op de weg terug door de drijvers en de geweren meegenomen, gepekeld (de blaas geleegd) en in de aanhanger gehangen. Op deze weilanden zijn 50 hazen geteld die in de benen waren gegaan. Met z’n allen gaan we terug naar de Jachthut, waar de straat wordt schoongeveegd om het tableau uit te leggen. Hier blazen de jachthoornblazers, en nu doe ik wel mee, de hazen en het vliegwild dood en daarna ‘zum Essen’. De jachthouder houdt een woordje en zegt dat er vandaag een Schützenkönigin is, en dat ben ik! Nog nooit Schützenkönigin geweest bij een hazendag, maar dat komt niet alleen omdat de hazen wel heel mooi dwars langs mijn post kwamen, maar ook omdat er geen restricties waren aan het aantal hazen dat per schutter geschoten mocht worden. Desalniettemin ben ik natuurlijk heel erg trots. Ook omdat ik te horen kreeg dat de jachthouder blij was dat ik zo heb genoten en zo goed heb geschoten. Iedereen krijgt een haas van het tableau en daarna drinken we een Jachtbitter in de jachthut op de mooie dag die bijzonder goed en veilig is verlopen. Daar wordt ook een Horrido voor mij gezongen.
Hier krijgen we heerlijkheden die Jan eerder die week had gerookt en ik al de foto’s van het maakproces had mogen zien; Aan de lucht gedroogde Coppa van ree, ham van ree en van haas, een stukje gerookt zwijn en worst van zwijn en gerookte zalm. Alles is lekker, hoewel ik het meest geniet van de zwijnenworst. Die is zo mooi gekruid, het lijkt wel een Tiroolse worst, echt zalig. Terwijl de grote pan erwtensoep wordt opgewarmd, wordt de dag door alle deelnemers nog een keer doorgenomen. De drijvers hebben 17 kilometer gelopen vandaag en hebben het wel verdiend even te zitten en uit te rusten. Na de soep en een lekker toetje, drinken we nog even wat na en wordt er nog heel wat afgelachen. Dan is het tijd om naar huis te gaan, want het was een heerlijke en prachtige, maar ook een hele lange dag. Ik neem afscheid van iedereen en ga naar huis. Eenmaal thuis helpt manlief met alle spullen uit de auto te halen. Ik vertel bij een drankje over mijn dag met nieuwe belevenissen, waar ik ook weer veel geleerd heb, met ontzettend lieve en leuke mensen. Maar dan gaan bij mij de luiken dicht, stap ik nog even onder een heerlijk warme douche en duik mijn mandje met elektrische dekentje in🤗! Ik val als een blok is slaap. Vandaag heb ik mijn haas geslacht en panklaar gemaakt (dat wordt een lekkere Hazenpeper) en staat de pan met rillette van fazant (o.a. van vorige weekend) op het vuur te pruttelen. Dat wordt vast lekker en het volgende recept voor het blog. Het is immers jachtseizoen, en met alles wat wij jagers schieten, wordt een mooi gerecht gemaakt. En zo is mijn cirkel weer rond.
Comments