Een week geleden heb ik nog heerlijk in het zonnetje gezeten, 25 graden gaf de thermometer aan. Terwijl ik dit zit te tikken, is het 2 graden en waterkoud. Om maar te zwijgen van de sneeuw- en hagelbuien van de afgelopen dagen! Ik wil de zon op mijn lijf, het hoeft geen 30 graden te worden, maar een aangename 23 is zeer welkom. Al was het alleen maar om mijn witte benen wat bruiner te krijgen en de saaie winterkleding op te kunnen bergen. Het enige voordeel van dit weer, is dat je niet met meer gasten dan toegestaan gaat BBQ-en of borrelen in de tuin. Ook voor Terras eigenaren geen pijnlijke confrontaties met gedwongen lege terrassen, terwijl mensen op een kluitje hutjemutje op een picknick-kleedje in het park zitten.
Vandaag geen nieuw recept op het blog. Maar een weetje over Vanille. Vanille komt van de Vanille-orchidee. Deze plant komt oorspronkelijk uit Mexico. Tegenwoordig is Madagaskar één van de grootste producenten. De onrijpe peulen, die eigenlijk bessen zijn, worden groen en geplukt en vervolgens vochtig verhit, waarna deze weer langzaam gedroogd worden. Dan zien ze er uit zoals je deze in de winkel koopt en op de foto hiernaast. Meestal staat er in een recept dat je het merg of de zaadjes van een vanillestokje of vanillepeul gebruikt. Dat krijg je door de peul in zijn geheel over de lengte door te snijden, en met de botte- of bovenkant van je mes in één haal aan de binnenkant van de peul de zaadjes eruit schraapt. Het is zonde om niets met de overgebleven peul te doen, want vanille is erg aan de prijs. Je kunt de peul meekoken, in bijvoorbeeld een custard, voor extra smaak (daarna moet je de peul weggooien). Maar je kunt ook een leuke fles kopen en deze vullen met wodka. En steeds als je het merg van een peul hebt gebruikt, de peul aan de fles toevoegen. Op deze manier maak je je eigen Vanille-extract.
Om je eigen Vanillesuiker te maken, neem je een pot en vult deze met suiker. Elke peul die je hebt gebruikt kun je hierbij stoppen. Voor zowel het Vanille-extract als de Vanillesuiker geldt dat je het even de tijd moet geven de geur,kleur- en smaak af te geven.
Tot slot nog een grappig idee, dat is ontstaan omdat ik een keer 2 peulen had gekocht die al helemaal ingedroogd waren. Ik laat de gebruikte peulen, waar het merg dus al uit is, ook wel eens helemaal indrogen. Als ze keihard geworden zijn, breek ik deze in stukjes en vermaal ze in mijn koffiemolentje tot poeder. Als ik een keer een receptje heb waarbij ik zowel de smaak als de ‘bruine pitjes’ wil hebben, doe ik hiervan een half of heel theelepeltje in het recept. Een soort Vanillepoeder dus.
In winkels kun je vaak vanille-essence of vanille-aroma kopen. Deze zijn een stuk goedkoper dan een peul, omdat dit een synthetische geur- en smaakstof is. Dat wordt door veel 'kokologen' afgeraden. Ik gebruik het soms wel eens, er is niets verkeerd aan om die te gebruiken. Maar ik vind het leuker om mijn eigen Vanille-dingen te gebruiken.
Comments